Afghaanse journalistes bedreigd en vermoord
KABUL - Het eerste dreigtelefoontje kreeg Farida Nekzad tijdens de begrafenis van een collega-journaliste. „Dochter van Amerika! We gaan je vermoorden, net zoals we haar vermoord hebben”, zei een man aan de andere kant van de lijn.
„Haar”, dat was Zakia Zaki, eigenares van een radiostation ten noorden van de Afghaanse hoofdstad Kabul. Zaki’s verminkte lichaam was enkele dagen eerder niet ver van de plaats waar ze werd begraven, gevonden. Haar gezicht was deels kapotgeschoten door drie mannen die haar huis waren binnengedrongen en met een pistool en automatische vuurwapens zeven schoten op haar losten, voor de ogen van haar 8-jarige zoontje.„Haar gezicht is tenminste nog aan één kant herkenbaar. We zullen je in je gezicht schieten en dan zal niemand je nog herkennen”, zei de stem, voordat Nekzad ophing.
Sinds het talibanregime in 2001 ten val werd gebracht, zijn de omstandigheden voor Afghaanse meisjes en vrouwen er aanzienlijk op vooruitgegaan. De taliban hadden vrouwen hun rechten grotendeels afgenomen en hen opgesloten als gevangenen in hun eigen huizen. Nu kunnen meisjes en vrouwen in de steden, en ook in sommige dorpen, naar school en buitenshuis werken.
Overgebleven talibanstrijders proberen deze verworvenheden teniet te doen. De laatste tijd zijn er steeds vaker meldingen van geweld tegen en bedreiging van Afghaanse vrouwen. Vooral vrouwelijke journalisten zijn het doelwit, omdat die opvallen door hun publieke optredens.
Manizha Naderi, voorzitter van Vrouwen voor Afghaanse Vrouwen, meent dat het recente geweld laat zien dat de taliban aan kracht winnen. „De strijders willen het nieuws halen. Journalisten tot doelwit maken, is een manier om in het nieuws te komen”, zegt zij. „Zo laten ze de wereld zien: we zijn er nog steeds en we maken nog altijd de dienst uit in dit land.”
De afgelopen zes jaar hebben vrouwen een grote bijdrage geleverd aan de vooruitgang die in Afghanistan is geboekt. Een aantal vrouwen werkt bij de tv als nieuwslezeres of verslaggeefster. Zij zijn doorgaans netjes gekleed en dragen hoofddoeken die hun haar en hals verbergen. Toch vinden sommige Afghanen het ongepast dat vrouwen zo’n publieke functie vervullen.
Als Afghanen over Shaima Rezayee praten, een populaire presentatrice van een muziekprogramma die in 2005 werd doodgeschoten, doen ze dat op fluistertoon: over de gewaagde kleding die ze droeg en haar onislamitische gedrag op tv, alsof dat haar dood rechtvaardigt.
Zaki is vermoedelijk vanwege haar radioprogramma vermoord. Ze stond kritisch tegenover plaatselijke krijgsheren die haar hadden gevraagd de programmering aan te passen. Twee verdachten, die banden zouden hebben met de radicale groep Hezb-e-Islami, zitten vast op verdenking van betrokkenheid bij de moord.
Vorige maand werd behalve Zaki ook de journaliste Shokiba Sanga Amaaj vermoord. Amaaj was nieuwslezeres bij de particuliere tv-zender Shamshad. Ze werd op 1 juni in haar huis in de Afghaanse hoofdstad Kabul doodgeschoten. Twee vrienden van haar familie zijn aangehouden. De autoriteiten zeggen niet te weten wat het motief was voor de moorden op Zaki en Amaaj.
Nekzad, een 29-jarige medewerkster van de nieuwszender Pajhwok Afghan News, krijgt niet alleen telefonische bedreigingen. Onlangs ontving ze een waarschuwing per e-mail. „We zullen je zo snel mogelijk doden, als Allah het wil”, luidde de tekst, die ze doorstuurde naar een verslaggever van het persbureau Associated Press. In de e-mail werd Nekzad ervan beschuldigd zich onbetamelijk te gedragen en voor de NAVO te werken. De mail was ondertekend door Hezb-e-Islami, dezelfde groep die verantwoordelijk zou zijn voor de dood van Zaki.
Nekzad is niet alleen doodsbang, ze voelt zich ook schuldig. Ze vraagt zich af of ze misschien de moord op Zaki had kunnen voorkomen door de dreigementen aan het adres van haar collega in het nieuws te brengen, en zo aandacht voor de zaak te krijgen van het buitenland.
Een jaar geleden gaf Nekzad een verslaggever opdracht Zaki te interviewen over de doodsbedreigingen die ze had gekregen. Later kreeg Zaki spijt, en vroeg het verhaal niet uit te zenden. Pajhwok willigde haar verzoek in en wiste de opname, maar Nekzad zou nu willen dat ze niet hadden gedaan.
„Als het interview was uitgezonden, had de internationale gemeenschap de bedreigingen wellicht serieuzer genomen. Nu Zaki dood is, kan het niemand meer iets schelen”, zegt Nekzad. „Niemand heeft er aandacht aan besteed, ook het buitenland of de regering niet.”
Nekzad zelf zorgt ervoor dat ze elke dag op verschillende tijden werkt, om potentiële belagers op het verkeerde been te zetten. Ze slaapt elke avond in een andere kamer van haar huis. Soms ligt ze nachten achtereen wakker. Ze kampt met een hardnekkig hoestje, dat volgens haar te maken heeft met de stress. „Misschien vermoorden ze me over zes maanden, misschien over zes dagen, misschien over zes uur”, zegt ze op het kantoor van Pajhwok. „We weten allemaal dat we op een dag deze wereld moeten verlaten, maar te horen krijgen dat je vermoord zal worden, is heel, heel erg. Iedere seconde is al bijna moordend.”