Amnesty: Vakbondslui vogelvrij in Colombia
BOGOTA (IPS) - Vakbondslui in Colombia worden systematisch geïntimideerd en soms vermoord, terwijl buitenlandse bedrijven de andere kant opkijken. Volgens de mensenrechtenorganisatie Amnesty misbruiken de bedrijven het ruim veertig jaar oude conflict tussen de linkse guerrilla, het leger en rechtse paramilitairen om lastposten kwijt te raken.
De burgeroorlog in Colombia biedt een adequate dekmantel voor „degenen die hun economische belangen willen veiligstellen”, zegt de mensenrechtenorganisatie Amnesty International in haar rapport ”Killings, Arbitrary Detentions and Death Threats. The Reality of Trade Unionism in Colombia”. Het rapport bevat een lange lijst van Colombiaanse vakbondslui uit alle sectoren die het slachtoffer zijn geworden van geweld.Amnesty citeert cijfers van de Colombiaanse Nationale Vakbondsschool ENS (Escuela Nacional Sindical) waaruit blijkt dat tussen januari 1991 en december 2006 2245 vakbondsmensen werden vermoord, 138 ontvoerd en 3400 bedreigd.
Volgens Human Rights Watch, een andere mensenrechtenorganisatie, gaat het geweld in 75 procent van de gevallen uit van extreem rechtse paramilitairen. Ook het leger zou de hand hebben in een flink deel van de moorden en zelfs de linkse guerrilla schrikt er niet voor terug om in sommige gevallen vakbondsmensen uit de weg te ruimen.
Vakbondslui die betrokken zijn bij arbeidsgeschillen of die zich verzetten tegen privatiseringen, zijn het slachtoffer van systematisch geweld. „De boodschap is duidelijk”, zegt Susan Lee, programmadirecteur van Amnesty in Latijns-Amerika. „Je kunt maar beter niet klagen over de arbeidsomstandigheden of opkomen voor je sociale rechten, want je riskeert dat ze je definitief de mond snoeren. Dit rapport is een oproep aan alle bedrijven die hiermee worden geconfronteerd. Ze mogen niet langer passief blijven.”
Soms gaat het verder dan gewoon de andere kant opkijken. De Amerikaanse mijnfirma Drummond uit de staat Alabama moet zich momenteel voor de rechter verantwoorden voor de moord op drie Colombiaanse vakbondslieden. Victor Orcasita en Valmore Locarno werden op weg van huis door paramilitairen van de bus gepikt en vermoord, op het moment dat ze met Drummand over arbeidscontracten onderhandelden. Gustavo Soler, die Locarno opvolgde aan het hoofd van de mijnwerkersvakbond, werd kort daarna op dezelfde wijze omgebracht.
Edwin Guzman, een voormalige sergeant van het Colombiaanse leger die later bij de paramilitairen ging, zei vorige week donderdag voor een commissie van het Amerikaanse parlement dat Drummond de paramilitairen steunde met geld en wapens. Guzman en zijn manschappen verzorgden de beveiliging van El Cerrejon, de grootste openluchtmijn van Colombia, in het noordoosten van het land.
Volgens de ex-sergeant beschouwen Drummond en het Colombiaanse leger de mijnvakbond als een „subversieve organisatie en daarom als een legitiem militair doelwit.” Kort voor de moord op Orcasita en Locarno circuleerden in de steenkoolmijn van La Loma pamfletten waarin de twee leiders van de „guerrillavakbond” ervan beschuldigd werden de linkse opstandelingen te steunen.
Het geweld tegen vakbondslui is voor het door Democraten gedomineerde Amerikaanse parlement een reden om voorlopig geen groen licht te geven voor een vrijhandelsakkoord met Colombia. „Problemen van dergelijke aard kunnen niet worden opgelost met enkele paragrafen in een vrijhandelsakkoord”, zei de Democratische voorzitster van het Amerikaanse Congres vorige week. „We kunnen het akkoord met Colombia voorlopig niet goedkeuren.”
Volgens Enrique Daza van het Colombiaanse Actienetwerk tegen Vrijhandel is het akkoord tussen de VS en Colombia daarmee „van de baan, ten minste voor dit jaar”. Volgens Daza heeft de Colombiaanse president Alvaro Uribe niet genoeg goede wil getoond om de veiligheid van de vakbondslui te verbeteren. Bovendien kampt Uribe met ”paragate”, een schandaal waarbij tientallen van zijn politieke medestanders in de gevangenis belandden omdat ze banden hebben met de paramilitairen.
Volgens Amnesty zal dat niet zo snel veranderen, omdat het leger en de paramilitairen nauw samenwerken om het werk van de vakbonden te ondermijnen. „De terreurtechnieken maken het de machtige economische elite mogelijk hun belangen te beschermen en te versterken”, zegt het rapport.
Niettemin worden er in Colombia minder vakbondslui vermoord sinds Uribe in 2002 aan de macht kwam. In verband met het risico dat ze lopen, voorziet de regering vakbondsleiders van mobiele telefoons, gepantserde voertuigen en lijfwachten.