Veteranendag 2007
DEN HAAG - Enkele duizenden veteranen zijn vandaag, Veteranendag 2007, bijeen in de Haagse binnenstad. Van de oud-strijders uit de Tweede Wereldoorlog tot militairen die zijn ingezet bij vredesmissies in bijvoorbeeld Libanon, voormalig Joegoslavië, Afghanistan en Irak. Niet iedereen voelt zich echter geroepen naar de hofstad af te reizen. Drie portretjes.
Naam: Peter van der Meulen
Leeftijd: 56Woonplaats: Steenwijk
Waar gediend en wanneer: „In 1983 ben ik voor zes maanden uitgezonden naar Libanon. In 1992 ben ik een halfjaar in Kroatië geweest als commandant verbindingscentrum.”
Herinnering: „De lokale bevolking in Libanon trad ons warm en vriendelijk tegemoet. In Joegoslavië heeft het me vooral getroffen dat mensen elkaar onbeschrijflijk veel leed kunnen aandoen. Bovendien heerste er grote armoede en enorme corruptie, zelfs onder humanitaire organisaties zoals het Rode Kruis en de UNHCR.”
Vandaag aanwezig in Den Haag: „Jazeker, voor veteranen is het een eer dat ze op een dag als vandaag aandacht, waardering en respect krijgen.”
Voldoende aandacht voor veteranen: „Nog steeds is er te weinig aandacht voor de veteraan en zijn of haar omgeving. De dikke documenten en grootse plannen voor adequate hulpprogramma’s voor veteranen en hun achterban laten nog steeds veel te wensen over.”
Vertrouwen in missie Uruzgan: „Mijn persoonlijke mening is dat we er niets hadden en hebben te zoeken. Helaas is daar intussen al een aantal van onze collega’s gesneuveld. Het politieke klimaat in Afghanistan is te onstabiel en te corrupt om ooit te kunnen spreken van een opbouwmissie. We zijn daar 100 procent in oorlog en dat is nooit de bedoeling van de missie geweest. Ik hoop dat de militaire vakbonden en de diverse politieke partijen in de Tweede Kamer de kracht, de wijsheid en vooral de overtuigingskracht vinden om de missie in augustus 2008 te laten eindigen.”
Naam: Hans Vlijm
Leeftijd: 32
Woonplaats: Elspeet
Waar gediend en wanneer: „In 2003 ben ik als marinier zes maanden op missie geweest in Irak.”
Herinnering: „Dat was het moment waarop een soennitische man ons bracht naar een plaats in de woestijn waar duizenden Koerden zijn vermoord en begraven. De Irakees bestuurde de shovel die dagelijks de graven dolf. Hij vertelde ons dat de mannen, vrouwen en kinderen werden geëxecuteerd. Vervolgens schoof hij hen met de shovel in het gat.”
Vandaag aanwezig in Den Haag: „Nee, omdat ik mijn missie in Irak niet zie als iets heel speciaals dat ik heb gedaan. Bovendien vind ik het een groot verschil of iemand in de Tweede Wereldoorlog heeft gevochten of zoals ik deelnam aan een missie die veel recenter is. Strijders uit de Tweede Wereldoorlog hebben in de meeste gevallen veel langer gediend. Bovendien was er voor hen geen nazorg, geen geld en al helemaal geen waardering wat Indië betreft. Juist zij verdienen vandaag veel respect. Beter laat dan nooit.”
Voldoende aandacht voor veteranen: „Die aandacht komt er gelukkig steeds meer. Het zou fijn zijn als er ook wat meer waardering zou zijn voor de oudere veteraan en voor mannen en vrouwen die als gevolg van hun uitzending met lichamelijke of psychische klachten kampen.”
Vertrouwen in missie Uruzgan: „Persoonlijk vind ik dat we bereid moeten zijn om voor een betere wereld te vechten, ook als dat ons offers kost. In Uruzgan is allereerst veiligheid nodig voordat met de opbouw kan worden begonnen. Het is een kwestie van lange adem.”
Naam: Frits Dijkstra
Leeftijd: 83
Woonplaats: Arnhem
Waar gediend en wanneer: „Van 1946 tot mei 1948 heb ik gediend in Oost-Indië. Ik maakte deel uit van de U-Brigade en werd ingezet op West-Java en Sumatra. Het was een moeilijke, zware tijd. We hebben veel voor de bevolking kunnen doen. We beschermden haar dag en nacht tegen ongeregelde groepen Indonesiërs.”
Herinnering: „De natuur en de cultuur van het volk. Toch beschouwde de lokale bevolking ons niet als vijanden. Het verlies van veel kameraden vergeet ik nooit. Ruim 6000 jongens van rond de twintig jaar liggen er begraven. Ook zij hadden een vader en een moeder, die nooit in de gelegenheid zijn gesteld afscheid te nemen van hun kind.”
Vandaag aanwezig in Den Haag: „Absoluut. Wij hebben in Indië in opdracht van de toenmalige regering het verloop van de koloniale geschiedenis van Nederland met gevaar voor eigen leven vorm en inhoud gegeven. Als oud-Indiëgangers hebben we vanaf 1980 moeten vechten voor een klein beetje erkenning en waardering. Daar draagt Veteranendag aan bij.”
Voldoende aandacht voor veteranen: „Vooral de jonge veteranen staan in de belangstelling. Dat is ook begrijpelijk, want daar zorgen de media voor. De oudere veteraan -vooral de voormalige Indiëmilitair- is voor de doorsnee-Nederlanders onbekend. Het kan ook zijn dat men niet aan die periode uit de geschiedenis herinnerd wil worden. Er lopen nog veel oude strijders rond die er moeite mee hebben om dat een plaats te geven.”
Vertrouwen in missie Uruzgan: „We kunnen het de Afghaanse bevolking niet aandoen om het land nu achter te laten. We moeten ons werk daar afmaken.”