Een en ander moet natuurlijk ook gevolgen hebben gehad voor de agenda van de leden van de koninklijke familie. Prins Willem-Alexander en prinses Máxima gingen nog wel naar de Nederlandse Antillen en Aruba, om hun belofte na te komen. Het bezoek dat zij daar begin mei afbraken in verband met de moord op Pim Fortuyn, kreeg in augustus een vervolg. Maar ondanks het zonnige karakter van de tocht naar tropisch Nederland stond ook daar het bezoek in het teken van de ziekte van hun (schoon)vader: een schaduw op het bezoek.

Hare Majesteit zelf combineerde het een met het ander. Opvallend was dat zij deze zomer een aantal onaangekondigde excursies in het land maakte. Zo bracht zij afgelopen dinsdag in gezelschap van burgemeester Opstelten een informeel bezoek aan integratieprojecten in de Millinxbuurt in Rotterdam. Dit gebeurde in het kader van het grotesteden- en integratiebeleid.

Door middel van gesprekken met projectmedewerkers en bewoners stelde de Koningin zich op de hoogte van de resultaten van het integratiebeleid. Ook bezocht koningin Beatrix de protestants-christelijke basisschool De Akker. Hier converseerde zij met voornamelijk Turkse vrouwen over het Buurtmoederproject. Ook (ex-)drugsverslaafden kwamen aan bod en konden haar inlichten over hun inzet om de wijk schoon te maken en te onderhouden. Tijdens het bezoek kwamen ook aspecten zoals veiligheid in de wijk aan de orde.

Op 27 augustus toog de Koningin naar Dordrecht. Ook daar bracht ze in gezelschap van de burgemeester, Bandell, in het kader van het grotesteden- en integratiebeleid een informeel bezoek aan enkele integratieprojecten. Door middel van gesprekken met projectmedewerkers en deelnemers stelde ze zich op de hoogte van het wel en wee van het integratiebeleid.

Vijf dagen eerder, 22 augustus, deed de Koningin iets soortgelijks. Toen ging zij in gezelschap van burgemeester Cohen naar enkele instellingen op het gebied van integratie in Amsterdam. Ook dit bezoek droeg een informeel karakter, net zoals de andere die in de loop van deze zomer plaatshadden, onder andere in Den Haag.

Door zich op deze manier in de samenleving te verdiepen, krijgt koningin Beatrix goed zicht op wat er gaande is in achterstandswijken. Met het oog op komende Prinsjesdag, 17 september, is dat niet onverstandig. In de Troonrede zal zij ongetwijfeld refereren aan de huidige ontwikkelingen in de maatschappij. De parlementsverkiezingen van dit voorjaar brachten tenslotte in één klap een partij in de regering die het vooral heeft over wat er misgaat in achterstandswijken en wat er mankeert aan integratie.