Kerk & religie

„Israël heeft als volk niet afgedaan”

HOUTEN - Israël heeft een bijzondere positie, maar blijft het ook een zelfstandige rol vervullen? Dr. A. H. Drost onderzocht de relatie God-Israël bij de theologen K. H. Miskotte, A. A. van Ruler en H. Berkhof. Zijn conclusie: „Zij kennen geen zelfstandige plaats toe aan Israël als volk. Gods heil is voor hen universeel, bestemd voor alle volken. Israël als volk lijkt bij hen te hebben afgedaan.”

K. van der Zwaag
27 June 2007 11:06Gewijzigd op 14 November 2020 04:53
HOUTEN – Dr. Drost: „De Bijbelse lijn is dat het heil uit de joden is. Aan Abraham wordt de belofte gedaan dat mét hem alle volkeren gezegend zullen worden.” Foto RD, Anton Dommerholt
HOUTEN – Dr. Drost: „De Bijbelse lijn is dat het heil uit de joden is. Aan Abraham wordt de belofte gedaan dat mét hem alle volkeren gezegend zullen worden.” Foto RD, Anton Dommerholt

In zijn proefschrift ”Is God veranderd? Een onderzoek naar de relatie God-Israël in de theologie van K. H. Miskotte, A. A. van Ruler en H. Berkhof” (uitg. Boekencentrum, Zoetermeer) doet dr. Drost, predikant van de protestantse gemeente in Houten en lid van de Protestantse Raad voor Kerk en Israël, onderzoek naar drie prominente hervormde theologen: Miskotte (1894-1976), Van Ruler (1908-1970) en Berkhof (1914-1995). „Zij waren ieder afzonderlijk in de toenmalige Nederlandse Hervormde Kerk pleitbezorgers van het toekennen van een eigen plaats aan Israël in de kerkorde en voor het gesprek met Israël.”De predikant, die gisteren aan de Vrije Universiteit promoveerde, gaat uitvoerig in op de Israëlvisie van de drie theologen.

Volgens Miskotte werd de relatie van God met Israël verstoord doordat Israël zijn verkiezing verabsoluteerde tot een positie waaraan rechten ontleend zouden kunnen worden. De verkiezing van Israël uit de volkeren heeft volgens Miskotte nooit op zichzelf gestaan, maar diende de openbaring van God als Koning van de wereld.

Van Ruler redeneerde in principe in dezelfde trant: in Gods verkiezing van Israël gaat het niet om Israël als volk, maar om de realisering van Zijn heil op aarde. Israël is op zichzelf nooit het doel geweest van de verkiezing, maar slechts drager van de openbaring.

Berkhof stelde dat de weg die God met Israël insloeg bedoeld was om Israël tot zegen te doen zijn voor de gehele mensheid. Israël was een „proeftuin” waarin God ervaring kon opdoen met het bereiken van de mens. Door het afwijzen van de Messias zet Israël zichzelf buiten spel en veroordeelt het zich ertoe de laatste te worden in plaats van de eerste te blijven in Gods heilsplan.

tussenkop (u16(Niet afgedaan

Volgens dr. Drost benaderen de drie theologen Israël vooral vanuit de verwerping van Jezus als de Christus en komen zij daarmee op gespannen voet met een historische duiding van God met Israël als volk. „Israël is bij hen een volk uit het verleden. Het vervult geen functie meer in het heden. Israël wordt tot model voor de mens, waardoor de zelfstandige relatie van God met Israël als volk in zijn concrete hoedanigheid naar de achtergrond verdwijnt.”

Dr. Drost wil recht doen aan zowel de universele betekenis van het Evangelie van het Rijk van God als aan de eigen plaats van Israël. „Bij mij gaat het om een beweging vanuit de volkeren naar Israël en via Israël tot God. Wie langs de lijnen van zowel historische als theologische continuïteit denkt, kan niet meer stellen dat er een nieuw volk Gods geformeerd is uit het tot Jezus bekeerde deel van Israël. Israël blijft Israël. Wel gaan de gelovigen uit de volkeren delen in de zegen voor Israël, omdat zij door het geloof in Jezus ook de God van Israël als Heer gaan erkennen.”

Volgens de promovendus gaat Israël niet op in de kerk: „De Bijbelse lijn is dat het heil uit de Joden is. Aan Abraham wordt de belofte gedaan dat mét hem alle volkeren gezegend zullen worden. Dat ”met” komt bij genoemde theologen niet voldoende in beeld. Voor hen is de kerk het ware Israël, zonder dat zij overigens de vervangingstheologie aanhangen.”

Dr. Drost wil de fundamentele betekenis van de komst van Christus niet ontkennen. „Integendeel, Zijn komst betekent verzoening. Maar Jezus’ komst bevestigt ook de relatie van God met Israël. Ik zie de komst van Christus als een opmaat. Christus zegt van Zichzelf dat Hij weg moet gaan, opdat de Geest zou komen. Er is dus iets wat even en zeker zo belangrijk is als Christus. De Geest was ook aan Israël beloofd. Israël blijft dus meedoen. De uitstorting van de Geest is daarom ook hoopgevend voor Israël.”

Een van de kritiekpunten van dr. Drost op de drie theologen is dat zij niet het historische gegeven verdisconteren dat Israël in de diaspora Jezus niet heeft kunnen afwijzen, puur omdat men niet van Hem had gehoord. „Zij zien de verwerping van Jezus als iets wat door het hele volk gedaan werd. Dat lijkt me moeilijk vol te houden. Israël wist grotendeels nog niet eens van de komst van Jezus!”

tussenkop (u16(Visioen
Dr. Drost constateert ook dat de drie theologen terughoudend zijn ten aanzien van de staat Israël. „Miskotte ziet daarin niet de vervulling van het visioen van Jesaja 25. Wel ziet Miskotte in de stichting van de staat Israël een teken dat God met de aarde en zijn volken in gericht en genade door de eeuwen door bezig is.”

Van Ruler worstelt ook hiermee. Eerst stelde hij dat de landbelofte in Genesis 12 betrekking heeft op de hele aarde, dus niet alleen Kanaän. Israël heeft echter volgens Van Ruler die belofte ten onrechte als het uiteindelijke opgevat in plaats van iets voorlopigs. Toch wilde Van Ruler later de mogelijkheid openhouden dat de stichting van de staat Israël erop wijst dat God opnieuw en op onverwachte wijze werkzaam is. Berkhof beschouwde de terugkeer van Joden als hoopgevend, als teken van Gods blijvende trouw aan Israël.

Er is volgens dr. Drost binnen de Nederlandse Hervormde Kerk, en nu in de Protestantse Kerk, nooit consensus geweest over Israël, zeker niet ten aanzien van de staat Israël. „Diverse groepen, zoals het Appèl Kerk en Israël en Keerpunt, staan recht tegenover elkaar. Toch is er binnen de Protestantse Kerk meer begrip gekomen voor de eigen betekenis van Israël. Het accent is verschoven naar een oecumenische dialoog met het Jodendom.”

De kerk moet Israël als volk recht doen, aldus dr. Drost. „Ik geloof niet in Israël als volk, maar wel dat de kerk náást Israël staat. De kerk deelt in het heil voor Israël en het heil is nog steeds uit de Joden. Jezus heeft de weg gebaand, Hij is het middel en de weg, maar niet het doel. De vervulling van de belofte van het oude verbond moet nog komen, want waar is de werkelijke verlossing gebleven en waar is de vrede van Jeruzalem? Het gesprek met Israël over Jezus als de Messias ligt gevoelig. Het gesprek moet mijns inziens daarom gaan over het nieuwe verbond. En binnen het nieuwe verbond blijft Israël een zelfstandige verbondspartner van God.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer