Dat staat in een donderdag gepubliceerd onderzoek van het onafhankelijke Onderzoeks- en Documentatiecentrum in Sarajevo.Tot op heden waren er alleen ruwe schattingen van het aantal slachtoffers, die uiteenliepen van 25.000 tot 300.000 doden. Algemeen werd aangenomen dat het aantal zo rond de 200.000 moest liggen. Volgens het onderzoek, de eerste wetenschappelijke studie naar de omvang van het aantal slachtoffers, bedraagt het werkelijke aantal doden echter ongeveer 97.000. Dat getal kan nog met maximaal 10.000 stijgen omdat het onderzoek nog niet voltooid is, aldus Mirsad Tokaca, die het project leidde.

Die 97.000 is het minimumaantal oorlogsslachtoffers, meent Ewa Tabeu, hoofd van de afdeling demografisch onderzoek van het Joegoslaviëtribunaal in Den Haag. Hoewel de database niet compleet is, is het volgens hem wel de grootste met informatie over de Bosnische oorlogsdoden.

Het onderzoek nam drie jaar in beslag en is grotendeels gefinancierd door de Noorse regering. Andere sponsors waren onder meer de Nederlandse overheid, het Helsinkicomité in Zweden en de Amerikaanse regering.

Het team van Tokaca onderzocht duizenden bronnen en destilleerde daaruit van ieder slachtoffer belangrijke gegevens zoals de naam, nationaliteit, tijd en plaats van geboorte en dood en de doodsoorzaak. Zestig procent van de 97.207 slachtoffers was militair en 40 procent burger. Ongeveer 65 procent van de doden was Bosnische moslim, 25 procent Serviër en ruim 8 procent Kroaat. Van de burgerslachtoffers was 83 procent Bosnische moslim, 10 procent Serviër en 5 procent Kroaat.

Niet meegeteld zijn personen die omkwamen bij ongelukken, als gevolg van honger of door gebrek aan medicijnen. Zo zijn de twaalf baby’s in Banja Luka die stierven omdat het ziekenhuis geen zuurstof kon geven en de zes burgers die omkwamen toen Amerikaanse hulppakketten die uit een vliegtuig werden gegooid op hen terechtkwamen, niet meegerekend als oorlogsslachtoffers, zei Tokaca.