„Koplopers meer belonen”
Fractiespecialisten uit de Tweede Kamer buigen zich deze weken over de begrotingen van de diverse departementen. Woensdag start de behandeling van de begroting van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.
NAAM: H. E. Waalkens
ACHTERGROND: Tweede-Kamerlid voor de PvdA sinds 1998. Staat op nummer 39 van de PvdA-kandidatenlijst, zodat hij zeer waarschijnlijk ook volgend jaar weer in de Kamer komt.
ERVARING: Behoort tot het kleine, door minister Brinkhorst van Landbouw zo verfoeide clubje kamerleden dat zowel parlementariër als boer is. In het Groningse Finsterwolde heeft Harm Evert Waalkens een biologische melkveehouderij. Hij wordt in de agrarische sector als een voorloper gezien als het gaat om milieugericht en diervriendelijk ondernemen. Collega-boeren waarderen het erg dat Waalkens politiek actief is. „Alleen jammer dat het voor de verkeerde partij is, zeggen ze dan.”
PLUSPUNTEN BEGROTING: „De lijn die deze minister heeft ingezet met de vermaatschappelijking van de landbouw steun ik. De wensen van de maatschappij moeten naar de hele sector vertaald worden en niet alleen naar de primaire landbouw. De bewindsman ziet dat goed in.
Nu hij de sanering van de landbouwsector aan het afronden is, en hij dat proces door flankerend beleid versneld én verzacht heeft, kan hij met die vermaatschappelijking verder aan de slag.”
MINPUNTEN BEGROTING: „De minister gaat er veel te veel van uit dat de broodnodige innovatie in de sector vanzelf wel uit de markt komt. Daar geloof ik niets van. Op dit punt is Brinkhorst aan het dwalen. Soms komt hij met een goede regeling voor biologische boeren; net zo vaak pakt hij zulke regelingen weer af.
De houding van het ministerie moet anders. Die is veel te juridisch, te afwachtend. In mijn ogen moet de overheid in de vernieuwing van de sector veel sterker de regie in handen nemen. Dat kan zij doen door voorlopers te belonen en te faciliteren. Dan kan de VVD wel zeggen: Je moet juist de gewone boer financieel steunen –daar zijn er veel meer van, dat zet dus meer zoden aan de dijk–, maar ik bestrijd die ”level playing field”-gedachte (gelijke behandeling van elke boer). Ik geloof niet zo in ontwikkeling als die uit een breed peloton moet komen. Je hebt voorlopers nodig die een voorbeeldfunctie vervullen en die aan dat peloton trekken.”
AMBITIE: „Ik zou de minister zo ver willen krijgen dat hij in de wet een soort experimenteerartikel opneemt voor koplopers, maar ook voor regio’s die met vernieuwende projecten komen. De minister is dol op innovatie, maar ik verneem uit de regio’s dat zij wel plannen voor vernieuwing indienen, maar dat het ministerie alles afwijst op grond van rigide criteria. „Niet innovatief”, zeggen de ambtenaren dan.
Concreter ga ik de minister voorstellen om rond Emmen en Klazienaveen een proces van verandering tot stand te brengen. In dat deel van de veenkoloniën produceert men eenzijdig en met steun van Europa fabrieksaardappelen. Het is goed mogelijk om met behulp van aardappelfabriek Avebe een deel van de streek tot vernieuwing te brengen, bijvoorbeeld in de glastuinbouw of de melkveehouderij. Ik hoop dat de minister in die gedachte wil meegaan.”
INSCHATTING: „Er kan in het debat best wat politieke spanning ontstaan. De PvdA is nu eenmaal gefixeerd op de koplopers, de VVD op het ”level playing field”. Maar ik hoop dat het belang van de sector en de samenleving voorop zal staan.”
CIJFER VOOR MINISTER: „Daartoe laat ik me niet verleiden. Nee, echt niet. Hij heeft het in het algemeen goed gedaan. Wat zegt u? Een zeven? Dat is uw vertaling van mijn woorden. Maar hij heeft het redelijk gedaan.”
TOEKOMSTSLOGAN VOOR LANDBOUW: „Vernieuwing kan een boer niet alleen tot stand brengen, hij heeft zijn collega’s en de overheid nodig. Daarom geldt ook hier de verkiezingsleus van de PvdA: Doen we het alleen, of doen we het samen?”