Djordjevic was van 1997 tot 2001 als onderminister van Binnenlandse Zaken van Servië verantwoordelijk voor de openbare veiligheid. Hij is in staat van beschuldiging gesteld voor de moord op en vervolging van etnische Albanezen in Kosovo. Dat heeft het in Den Haag gevestigde tribunaal bekendgemaakt.Djordjevic werd gearresteerd in de Adriatische badplaats Budva. Hij woonde en werkte daar onder een valse naam als bouwvakker en had zijn baard laten staan. Woordvoerder van het tribunaal Anton Nikiforov prees de samenwerking tussen het bureau van de aanklager en de Montenegrijnse en Servische autoriteiten, waardoor Djordjevic kon worden opgespoord en aangehouden. Hoofdaanklager van het tribunaal Carla Del Ponte beweerde onlangs nog dat Djordjevic zich in Rusland schuilhield.

Nu Djordjevic is gearresteerd, zijn nog maar vier verdachten van het Joegoslaviëtribunaal voortvluchtig, onder wie de voormalige politieke en de voormalige militaire leider van de Bosnische Serviërs, Radovan Karadzic en Ratko Mladic. De aanhouding van Djordjevic en de recente arrestatie van Zdravko Tolimir doen vermoeden dat de vrijheid van Mladic, die zich naar wordt aangenomen in Servië ophoudt, ten einde loopt.