Afghanen wantrouwen hun afghani’s
Munten waarover meer scepsis bestaat dan de euro? Ze bestaan. Neem bijvoorbeeld de afghani. Terwijl de opvolger in zicht is, haasten veel Afghanen zich om van de nationale munt af te komen.
In een klimaat waarin Russen, moedjahedien, Taliban, Afghanen en Amerikanen opeenvolgende oorlogen voeren, kan een munt slecht gedijen. Bij gebrek aan vertrouwen in de eigen afghani vormen dirhams uit de Arabische Emiraten en roepies uit buurland Pakistan een welkom alternatief. Vanzelfsprekend is ook de dollar een graag geziene gast. Dus is de Afghaanse valutamarkt een toonbeeld van onrust.
In februari maakte een functionaris van het Internationaal Monetair Fonds een uitglijder toen hij hardop speelde met de gedachte dat Afghanistan voorlopig maar even op de dollar moest overschakelen. De grootste geldontwaarding sinds het aantreden in december van president Hamid Karzai vond echter deze week plaats. Ditmaal deden groeiende twijfels over de introductie van nieuw ontworpen bankbiljetten de Afghaanse munt kelderen.
Dat de monetaire autoriteiten een nieuwe start wil maken, is meer dan begrijpelijk. Net als destijds de Italiaanse lire, heeft de Afghaanse valuta een paar nullen te veel. Wat weer een gevolg is van twintig jaar opeenvolgende devaluaties. Kreukvrije bankbiljetten moeten uitstralen dat de afghani voortaan een zeer serieus te nemen munteenheid is, oordeelt de regering.
De poetsbeurt van de nationale geldvoorraad moet de afghani stabiliteit brengen, wat de economische ontwikkeling weer ten goede komt. Alleen in een rustig monetair klimaat kunnen immers banken gedijen -daarvan is nu amper sprake-, reële lonen worden uitbetaald en zeker zo reële belastingen bijeen worden vergaard.
In de huidige omstandigheden heerst alom verwarring. In geïsoleerde uithoeken van het land hebben plaatselijke en regionale machthebbers afwijkende soorten bankbiljetten geïntroduceerd. Anders gezegd, er zijn veel valse afghani’s in omloop. Wat een remmende factor is op het doen van investeringen -komende tien jaar 15 miljard dollar, volgens een raming van de Wereldbank- die nodig zijn om het land weer boven jan te krijgen.
De Noordelijke Alliantie, de bondgenoten van de Amerikanen in de strijd tegen de Taliban, hebben van harte hun steentje bijgedragen. Om hun oorlogsinspanningen te bekostigen, lieten zij in Rusland de drukpersen overuren maken. Zo kwamen er extra afgani’s in omloop, die allengs in waarde verminderden, zodat de persen nog sneller moesten draaien en ga zo maar door.
De reactie van de valutamarkten was voorspelbaar, want het vertrouwen in de eigen munt is naar bedenkelijke diepten gedaald. De geplande grote schoonmaakoperatie is dan ook begrijpelijk. De creatie van één enkele, herkenbare, in het hele land aanvaarde munt heeft als bijkomend voordeel dat de regering in Kabul meer greep krijgt op de uithoeken van het land.
In de Afghaanse context betekent aanvaardbaar in ieder geval dat er géén afbeeldingen van personen komen op de nieuwe biljetten. Herkenbare gezichten genoeg, maar wie een identificatiefiguur is voor de Pathaan, kan voor de Hazera’s met het grootste gemak een bittere vijand zijn. Een vergelijkbare situatie met de eurozone, waar er zelfs voor is gewaakt dat de afgebeelde bruggen en bouwwerken vooral geen raakvlak hebben met bestaande objecten.
Naar verluidt, meldde de Britse zender BBC, ligt het nieuwe geld inmiddels in de kluizen van de centrale bank. Wanneer het in circulatie komt, houdt de regering voor zich. Of de afghani nieuwe stijl een succes wordt, is een probleem voor de toekomst. Eerst maar eens kijken of iedereen ’m in handen krijgt. De povere staat van de infrastructuur maakt van de distributie een ware heksentoer.
Uit vrees dat ze de deadline voor het omwisselen van hun oude afghani’s in nieuwe exemplaren gaan missen, hebben bewoners van afgelegen gebieden alvast een voorschot genomen op de ontwikkelingen. Zij wisselen hun geld massaal in voor dollars. De primitieve valutamarkt van Kabul reageerde professioneel, dus geschokt. Valutahandelaren meldden chaotische toestanden bij de kraampjes.
De directeur van de centrale bank deed wat al zijn collega’s wereldwijd zouden doen. Hij probeerde met enkele welgekozen woorden de rust te herstellen. „Niemand loopt gevaar bij de introductie van nieuwe biljetten. Mensen zullen ruim voldoende tijd hebben hun geld om te wisselen”, tekende de BBC op uit de mond van Anwarul Haq Ahadi.
Directeur dr. G. Rauf Roashan van het Instituut voor Afghanistan Studies ziet intussen graag snel duidelijkheid over de monetaire toekomst. „Het gevaar van het gebruik van de afghani voor politieke doelen rond kringen van de besluiteloze loya jirga (stamraad) is groter dan dat van geweren.”
Schrale troost: als speculatie met valuta meer risico herbergt dan gewapend treffen, is Afghanistan hard op weg zich een plaats te verwerven in de rij van beschaafde landen.