„NAVO kan het niet alleen in Afghanistan”
OTTAWA – De NAVO kan het niet alleen af in Afghanistan. De Europese Unie, de Verenigde Naties en de internationale ontwikkelingsorganisaties zullen er nadrukkelijker aanwezig moeten zijn.
Dat zei premier Balkenende maandag in een toespraak in het Canadese ministerie van Buitenlandse Zaken. Nadat hij een gesprek had gehad met zijn ambtgenoot Harper, drong Balkenende aan op meer kantoren en meer programma’s van de VN in het zuiden van het land. Ook vindt hij dat de Afghaanse regering zelf meer troepen en politie daar naartoe moet sturen.Dat moet leiden tot een beter bestuur en dat is wezenlijk om het door geweld verwoeste land om te vormen naar een welvarende democratie. Balkenende zei nauw contact te willen onderhouden met de Canadese regering over Afghanistan, maar wilde niet vooruitlopen op het besluit dat het Nederlandse kabinet deze zomer neemt over het verlengen van de aanwezigheid van Nederlandse troepen.
Het kabinet besluit of, en zo ja hoe, Nederlandse troepen actief blijven in Afghanistan na 2008. Nederland en Canada zijn het eens over het belang van deze missie. Balkenende maakte duidelijk dat de bereidheid van andere landen om troepen te leveren een belangrijke rol speelt in de afweging van het kabinet.
Een deel van de Nederlandse troepen in Afghanistan ondersteunt de Canadese troepen in de provincie Kandahar met F 16’s en Apachehelikopters. Harper zei geweldig veel waardering te hebben voor deze samenwerking.
Balkenende zei diep mee te leven met de Canadezen, die 56 soldaten verloren hebben in Afghanistan. De minister president zei ook trots te zijn op het partnerschap met de Canadezen. Nederland en Canada hebben dezelfde benadering van de internationale aanwezigheid in Afghanistan, aldus Balkenende. De oplossing van de problemen moet niet alleen komen van militaire aanwezigheid, maar ook van diplomatie en wederopbouw.
De Nederlandse inspanningen om het land te ontwikkelen, zullen in ieder geval doorgaan tot eind 2009, aldus Balkenende. Afghanistan is een van de armste landen ter wereld en kan blijven rekenen op Nederlandse betrokkenheid. De premier voegde er echter aan toe: „Tegelijkertijd moeten we niet de enorme noden in andere delen van de wereld uit het oog verliezen. Dat geldt met name voor een aantal Afrikaanse landen.” Ook daar nopen de omstandigheden tot de betrokkenheid van de internationale gemeenschap, en dus ook van Nederland, zei de premier.