De man zou kort na het misdrijf in het geheim vanuit het nabijgelegen asielzoekerscentrum in Kollum zijn overgeplaatst naar een opvangplaats voor gevaarlijke asielzoekers en naar het land van herkomst zijn uitgezet. De brief werd zondag gepubliceerd in De Telegraaf.De overplaatsing van de man vond volgens de briefschrijver drie dagen na de moord plaats. Marianne Vaatstra werd in de nacht van 30 april op 1 mei 1999 nabij Veenklooster verkracht en vermoord door verwurging en doorsnijding van haar keel.

De man werd ondergebracht in een centrum voor gevaarlijke asielzoekers met onaangepast gedrag. Een deel van het management en twee leden van het begeleidend team kregen een zwijgplicht opgelegd. De man is uitgezet omdat hij in het land van herkomst werd gezocht voor meervoudige moord. „Hij heeft daar verscheidene vrouwen verkracht en vervolgens hun keel doorgesneden”, aldus de briefschrijver.

De vader van Marianne Vaatstra kreeg de brief eind vorig jaar. Hij komt er nu pas mee naar buiten, omdat hij geen vertrouwen heeft in politie en justitie. Vaatstra sluit niet uit dat de brief afkomstig is van een medewerker van het asielzoekerscentrum in Kollum. „Ik hoop dat de briefschrijver zich bij ons wil melden. Er is veel misgegaan in het onderzoek naar de moord op ons kind. Hopelijk leidt deze brief tot een stap voorwaarts.”