In de buurt rondom de Persoonshaven, waar de 18-jarige Ragman donderdagavond werd neergestoken, heerst verslagenheid. De jeugdige Preston is diep onder de indruk van de dood van zijn vriend Ragman, van wie hij de achternaam liever niet noemt.„Ik stond met mijn broertje op de hoek van de straat, toen er plotseling iemand op mij kwam afrennen. Hij riep dat Ragman was neergestoken”, vertelt hij ontdaan. „De dader rende ons voorbij. Mijn broertje en ik zijn achter hem aangerend. Al hollende hebben we de politie gebeld, maar die jongen met zijn wapperende lange haren rende alsmaar door.”

Een Turkse vrouw, woonachtig op nummer 289, kende Ragman. Wat er precies met hem is gebeurd, kan de vrouw niet zeggen. „Ragman was een aardige jongen. Hij zei altijd hoi en dag als je hem tegenkwam.”

Als gevolg van de dodelijke steekpartij is het gesprek over de veiligheid in de buurt hevig opgelaaid. Volgens Preston valt het in de woonwijk mee met de onveiligheid. Maar bewoners op Persoonshaven 287 denken daar anders over. „Iets verderop is een paar maanden geleden ook iemand in een auto om het leven gekomen. Doodgeschoten.”

Volgens een hoogbejaarde vrouw die recht tegenover de plek van de steekpartij woont, is de buurt nog nooit zo onveilig geweest als tegenwoordig. „Ik ga ’s avond absoluut niet alleen naar buiten.”