Kerk & religie

Indrukwekkend verschijnsel van pracht en praal

OSS - Een indrukwekkend verschijnsel van pracht en praal waren de Katholiekendagen in Nederland in de eerste helft van de vorige eeuw. Toch begon de rooms-katholieke zuil halverwege de twintigste eeuw scheuren te vertonen, zegt de vorige week in Nijmegen gepromoveerde dr. Harry van Xanten. „Velen werden wars van het massale eenheidsgedoe.”

K. van der Zwaag
6 June 2007 10:08Gewijzigd op 14 November 2020 04:49Leestijd 5 minuten
OSS – Dr. Van Xanten kan zich voorstellen dat de rooms katholieke massamanifestaties van de eerste helft van de 20e eeuw protestanten vrees inboezemden. „Het aantal rooms katholieken in Nederland groeide van 1920 tot 1930 met 18 procent tot bijna 3 miljoe
OSS – Dr. Van Xanten kan zich voorstellen dat de rooms katholieke massamanifestaties van de eerste helft van de 20e eeuw protestanten vrees inboezemden. „Het aantal rooms katholieken in Nederland groeide van 1920 tot 1930 met 18 procent tot bijna 3 miljoe

De Katholiekendagen in Nederland kregen tot nu toe slechts beperkte aandacht van de geschiedschrijvers. Ten onrechte, vindt dr. Van Xanten, want ze geven volgens hem juist inzicht in de ontwikkeling van de Rooms-Katholieke Kerk. In zijn ruim 1100 pagina’s tellende proefschrift ”Katholieken, wat zijt Gij toch een wonderlijk volk! De Katholiekendagen in Nederland 1899-1940” (uitg. Valkhof Pers, Nijmegen) geeft de 77-jarige onderzoeker niet alleen een beeld van de Katholiekendagen maar ook van brede ontwikkelingen in de Rooms-Katholieke Kerk.Katholiekendagen waren ongeveer een eeuw lang, tussen circa 1850 en 1950, een internationaal verschijnsel. In Duitsland vormden ze de bakermat van de rooms-katholieke beweging, gehouden ter verdediging van de vrijheid van de kerk en ten dienste van de emancipatie. Van daaruit sloeg het verschijnsel over naar andere landen, waaronder Nederland.

In de vorige eeuw zijn in Nederland 120 Katholiekendagen gehouden. Naast de landelijke dagen waren er ruim honderd regionale Katholiekendagen, met eveneens een landelijke uitstraling.

Eensgezindheid

De Katholiekendagen droegen sterk bij aan de opbouw van de rooms-katholieke zuil, aldus Van Xanten. „De eerste Katholiekendag in Nederland, in 1919 in Utrecht, was een antisocialistische reactie op Troelstra. De vrees dat een arbeidersbeweging een splitsing onder de rooms-katholieken zou veroorzaken, was de aanleiding voor deze eerste dag. De dagen waren gericht op het versterken van de eensgezindheid en eenheid van handelen van de rooms-katholieke beweging.”

Terwijl paus Pius IX (1846-1878) zich met zijn encycliek ”Syllabus errorum” defensief van de wereld had afgewend, riep Paus Leo XIII (1878-1903) op tot radicale hervorming van de gehele bestaande maatschappij. Hij zag dat volstrekte negatie van de moderne wereld alleen averechts zou werken. In zijn encycliek ”Rerum novarum” van 1891 hield hij een krachtig pleidooi voor sociale organisaties van de verschillende standen. Sindsdien gold het devies: ”Katholieken verenigt u!”

De leiding van de Katholiekendagen lag helemaal in handen van de bisschoppen. Zonder lekeninvloed, tegen de tijdgeest in, zo drukt dr. Van Xanten de formule uit. Het was de bedoeling de gelederen te sluiten om „als katholieken zonder meer, als leden onzer liefste, onzer hoogste, onzer heiligste organisatie, als kinderen der Katholieke Kerk ons te scharen rondom het geliefd en geëerbiedigd Episcopaat.” De bisschoppen stelden als hoofdvereiste van de rooms-katholieke actie: „Blinde volgzaamheid en gehoorzaamheid niet alleen aan den uitdrukkelijken wil, maar ook aan iederen wensch van ons doorluchtig Episcopaat.”

Harmoniekorpsen

Katholiekendagen waren pompeus gevierde bezinnings- en congresdagen, „een afstraling van Romeinse pracht en praal”, aldus dr. Van Xanten. Het waren massamanifestaties met soms 10.000 bezoekers, compleet met mis, processies, harmoniekorpsen en defilés en die eindigden met recepties bij de burgerlijke overheid, teken van acceptatie in de Nederlandse samenleving.

Dr. Van Xanten kan zich voorstellen dat deze massamanifestaties protestanten vrees inboezemden. „Het aantal rooms-katholieken in Nederland groeide van 1920 tot 1930 met 18 procent tot bijna 3 miljoen. Toen in 1922 een Eucharistisch Congres werd gehouden en snel daaroverheen nog eens een derde Katholiekendag, waarop gesproken werd over eenwording van Nederland onder rooms-katholieke leiding, vreesden protestanten verroomsing van de Nederlandse samenleving.

Met name vanuit christelijk-historische hoek en de SGP kwam er protest tegen het gezantschap bij de paus. Zij keerden zich tegen de ontplooiing van de macht en tegen het triomfalisme van de rooms-katholieken.”

Godsdienstige onderwerpen kregen de meeste aandacht op de Katholiekendagen. En wel de waarheid zoals die door Rome gebracht werd. „Waarheid, gezag en gehoorzaamheid doordesemden alle uitspraken op de dagen”, aldus dr. Van Xanten. Maar de belangstelling was breder. Sprekers waarschuwden tegen zedeloosheid, weelde en genotzucht, mode, bioscoop, dans, toneel, tegennatuurlijke geboortebeperking, het gemengde huwelijk, vrije omgang tussen de seksen en het lezen van niet-katholieke kranten. Het belang van gezin en huwelijk werd benadrukt, vooral de taak van de moeder, als symbool van het goede en morele leven. De ”Nederlandsche R.K. Bond voor Groote Gezinnen” voerde zelfs een pleidooi voor een (aparte) ”Dag der Moeder”.

Kerkverlating

Tegenover de moderne ontwikkelingen moest een authentiek rooms leven staan, zoals verdieping van het eucharistisch leven. Vroege en veelvuldige communie kon de problemen echter niet verminderen. Dr. Van Xanten: „Toenemende kritiek op de clerus, kerkverlating en het geloofsafval deden de Rooms-Katholieke Kerk aan kracht verliezen. Vooral jongeren protesteerden tegen het feit dat de geloofswaarheid zoals die door de kerkelijke hiërarchie werd verkondigd, als de eeuwige en onveranderlijke waarheid gold. In de jaren twintig en dertig werd het steeds moeilijker om de mensen aan de rooms-katholieke organisaties te blijven binden.”

Ruim tien jaar werkte dr. Van Xanten aan zijn proefschrift. „Ik had er vanwege mijn pensioen tijd voor. Ik heb dit werk ook moeten doen omdat ik het gevoel had dat niemand anders dit onderwerp meer zou behandelen. Ik reken mij tot de meer open richting in de Rooms-Katholieke Kerk. Bisschop Muskens was als enige bisschop aanwezig bij de promotie. Maar van de andere bisschoppen heb ik aardige briefjes gehad, ook van kardinaal Simonis.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer