De EEA, een koepel van nationale evangelische allianties (EA’s), kwam vorige week enkele dagen bijeen in het Italiaanse Padua voor een overleg over de relatie tussen de EEA en de Rooms-Katholieke Kerk als instituut. Onder de zeventien afgevaardigden bevond zich ook Arnold van Heusden, directeur van de EA in Driebergen.Het betrof ditmaal geen conferentie over, bijvoorbeeld, de rooms-katholieke leer, zegt Van Heusden desgevraagd. „Het ging om een overleg over de vraag hoe de relatie tussen evangelicalen en de RK-Kerk in de verschillende landen nu is en hoe die zou moeten zijn. Op basis daarvan zijn aanbevelingen geformuleerd, die besproken zullen worden op de EEA-conferentie in oktober.”

Belangrijk onderdeel van de conferentie vormde een drietal papers, opgesteld door dr. Pietro Bolognesi (directeur van het Italiaanse Istituto di Formazione Evangelica e Documentazione, IFED), dr. Leonardo De Chirico (vicepresident van de Italiaanse EA) en dr. Tony Lane (hoogleraar aan de London School of Theology). Van Heusden: „Bolognesi gaf een historisch overzicht van de relatie tussen de Wereldwijde Evangelische Alliantie (WEA) en de RK-Kerk. Daaruit bleek dat er heel wat wordt afgepraat tussen evangelicalen en rooms-katholieken, op allerlei niveaus, dus ook zonder dat de RK-Kerk er officieel, als instituut, bij betrokken is. Wat uit zijn verhaal toch wel naar voren kwam, was dat er weliswaar veel gesprekken plaatsvinden, maar dat er aan de structuur van de RK-Kerk erg weinig verandert. En volgens hem verander je de kerk pas als er in het systeem iets verandert. Maar, veranderingen op het grondvlak lijken mij toch ook zeer de moeite waard.”

Tussen theorie en praktijk blijken ook nogal eens grote verschillen te bestaan, constateerden de conferentiedeelnemers, aldus de EA-directeur. „Je kunt heel goede theologische gesprekken voeren. Maar als de paus de evangelicalen tijdens zijn laatste bezoek aan Brazilië dan afdoet als een sekte, vraag je je sterk af wat al die gesprekken waard zijn. In Frankrijk en België worden evangelicalen, baptisten, zelfs in de wetgeving als sekten bestempeld.”

Op de bijeenkomst in Padua stelden de afgevaardigden een voorstel op voor een ’EEA-protocol’, dat in oktober verder wordt besproken. Dit bestaat (vooralsnog) uit zes punten. De EEA benadrukt onder meer dat het Evangelie (zoals geopenbaard in de Schrift en verstaan binnen de kaders van de historische protestantse geloofsbelijdenis) fundamenteel is voor haar identiteit, haar missie en haar „dromen”, op lokaal, nationaal en internationaal niveau. Zij pleit er verder sterk voor de regionale en nationale Evangelische Allianties te betrekken bij elke dialoog tussen de WEA en (onder andere) de pauselijke raad ter bevordering van de eenheid van de christenen. Op die manier wil zij proberen beter dan tot nu toe op te komen voor evangelicalen in landen waar de RK-Kerk een meerderheid vormt.

Tijdens de conferentie in Padua werd verder aangekondigd dat er op 23 juni in Rome een ”rally voor godsdienstvrijheid” zal plaatsvinden. Deze wordt georganiseerd door de Italiaanse Evangelische Alliantie. Naar verwachting zullen enkele duizenden mensen aan deze rally deelnemen. De organisatoren vragen de Italiaanse regering werk te maken van het bevorderen van de godsdienstvrijheid, in eigen land, maar ook daarbuiten.