„Christenen moeten naar buiten gaan”
HAARLEM - „Veel kerken zijn naar binnen gericht. Ze willen eerst alles intern op orde hebben, voordat ze de wereld ingaan. Juist door naar buiten te gaan kunnen christenen groeien.”
Dat is de mening van Hans Luttik, vanuit Agapè als medewerker verbonden aan de kerken in Haarlem. Deze stad stond vrijdag centraal tijdens de in Haarlem gehouden lokale netwerkersdag 2007 van Hoop21.Hoop21 is een platform van en voor christenen onder verantwoordelijkheid van de Evangelische Alliantie en de Evangelische Zendingsalliantie. Het motto van Hoop21 luidt: „Samen dienstbaar aan Nederland vanuit de hoop van het evangelie.”
De activiteiten van Hoop21 zijn gericht op het bevorderen van de onderlinge kruisbestuiving en samenwerking. Er zijn onder andere in Amersfoort, Spijkenisse, Ede, Hengelo, Almere en Haarlem initiatieven ontstaan. In de laatste stad zijn de afgelopen jaren diverse gezamenlijke projecten van de grond gekomen. De beweging ”Geloven in de stad” telt twintig deelnemende kerken of organisaties. Een van de activiteiten is de actie Sonrise, die sinds vijf jaar met medewerking van Athletes in Action wordt gehouden. Elk jaar worden een week lang op een tiental locaties sportactiviteiten georganiseerd die als brug dienen om mensen over het geloof te vertellen. Na afloop van zo’n project willen per wijk dertig tot vijftig mensen meer over het geloof weten.
Een andere activiteit is het bidden voor de buurt. Inmiddels zijn in bijna de helft van de veertig Haarlemse wijken gebedsgroepen opgericht. Luttik vindt het belangrijk dat kerken een lichtend licht zijn. Kerkelijke verschillen vindt hij minder belangrijk. „God heeft in Haarlem maar één kerk. Als je het licht aansteekt, is het onmogelijk om te zien of je een Philips- of een Osramlamp hebt. Pas als je het licht uitdoet, kun je dat zien.”
Hij vindt het niet goed dat kerken eerst intern alles op orde willen hebben voordat ze in actie komen naar buiten. Juist door naar de buurt te gaan, kunnen christenen groeien, aldus Luttik. „Wat moet God doen, voordat we in actie komen?” voegde hij eraan toe.
Voorbeeld van kerk die de vensters naar de wereld heeft opengezet, is de christelijke gereformeerde kerk, die in de achterstandswijk Schalkwijk een open huis is begonnen. Daar worden allerlei activiteiten voor de buurt ontplooid, variërend van het houden van zondagse diensten tot het organiseren van voedseluitdelingen. Van het inloophuis maken veel mensen gebruik. Diaconaal consulent W. Snijdoodt zegt dat mensen niet over het Evangelie hoeven te praten als ze dat niet willen. Op verzoek kunnen ze een afspraak maken voor een langer durend pastoraal gesprek of voor een gesprek met een maatschappelijk werker. Er worden ook taallessen aangeboden, waarin niet zelden het geloof ter sprake komt. Zo’n veertig kinderen van allerlei nationaliteiten worden bereikt met knutselwerk en Bijbelverhalen.
Na de dienst op zondag kunnen bezoekers brood en groente meenemen. Snijdoodt verhaalt van een Iraanse vrouw die tot bekering gekomen is en nu via de telefoon evangeliseert onder haar familie in Iran.
In het najaar verhuist men naar een nieuw gebouw. De diaconaal consulent vraagt zich af of er dan geld genoeg zal zijn voor de activiteiten. Een dergelijk probleem moet op te lossen zijn, vindt drs. E. J. Ouweneel van GIDSNetwerk. Hij leidde gistermiddag een workshop. Het is zijn wens dat christenen het voortouw nemen in het verenigen van lokale leiders die de krachten willen bundelen voor allerlei acties. Die bundeling wil hij bereiken door het opzetten van een website en door mensen met elkaar in contact te brengen.