Kerk & religie

Niet te tellen

„En ziet.” Wat ziet hij? Een grote schare. Die honderd vier en veertig duizend, het getal dat hij had gehoord, was al een grote schare. Wat hij nu zag, was nog groter. Er was ook een groot aantal heidenen onder hen. Tezamen een grote schare. Dat wordt nog nader uitgebreid met de woorden: „…die niemand tellen kon.” Dat is te zeggen: geen sterfelijk mens kan dat tellen.

1 June 2007 10:21Gewijzigd op 14 November 2020 04:48

Als men een grote schare van verre ziet, is zij onmogelijk te tellen. Van nabij echter, is de allergrootste schare, hoofd voor hoofd, telbaar. Telbaar, vooral voor het alwetend oog van God, Die zelfs de haren van het hoofd kan tellen.Het was de belofte aan Abraham dat zijn zaad niet geteld zou kunnen worden, net zo min als het stof der aarde en de sterren aan de hemel. Hoe kan dit dan toch? Het zou maar een klein kuddeke zijn in vergelijking met hen die verloren gaan. Want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren. Het blijkt dat deze grote schare zulke zaligen waren, die gekomen waren uit de grote verdrukking en nu stonden voor de troon en voor het Lam.

Abraham Hellenbroek, predikant te Rotterdam (”Bijbelse keurstoffen”, 1734)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer