„Breedte moet gepaard gaan met diepte”
RIJSSEN - Streven naar een waarlijk reformatorische kerk. „Dat is altijd het hoofddoel geweest van onze beweging. De Gereformeerde Bond is geen kerk, maar hij is er ten dienste van de kerk. We kennen een bepaalde breedte, zeker. Maar die moet wel gepaard gaan met diepte.”
Ds. H. J. Lam moet nog wat wennen aan zijn nieuwe taak als voorzitter van de Gereformeerde Bond (GB) in de Protestantse Kerk, zegt hij zelf. „Al moeten we ook nuchter zijn. We hebben het hier niet over een roeping in de diepe zin van het woord. Voorzitter zijn van de GB doe je wel vanuit je ambt, maar het is geen ambtelijke taak. Dat geeft ontspanning. We moeten niet te gewichtig van onszelf denken. Natuurlijk zal ik wat moeten wennen aan het feit dat je iets meer in het vizier komt.”Er verschijnt een brede glimlach op zijn gezicht. „Ooit zei een hoogleraar: „Een predikant wordt een bijzondere genade bewezen als God hem voor bekendheid behoedt.” Daar zit zeker wat in. Zelf heb ik duidelijk gezien dat dit werk op mijn weg kwam. Toen er een beroep op mij werd gedaan, heb ik in de omgang met de Heere ervaren dat dit echt voor me werd geplaatst. Dan mag je er niet voor weglopen. Dus toch wel enige roeping.”
Veel bewondering heeft hij voor de manier waarop zijn voorganger, ds. G. D. Kamphuis, de afgelopen jaren leiding heeft gegeven aan de Gereformeerde Bond. „Het was een roerige tijd en ik kan het niet anders zien dan dat collega Kamphuis van de Heere de gaven heeft gekregen die hij in die moeilijke tijd nodig had. Met zijn irenische inslag was hij de juiste man op de juiste tijd.”
Prediking
Nu hij vandaag zelf de voorzittershamer heeft overgenomen, zal het beleid van de Gereformeerde Bond niet wijzigen. „Zeker niet. Evenmin als ons beleid gewijzigd is sinds de kerkvereniging van mei 2004. De GB heeft een plaats in de breedte van onze kerk. Ons doel moet zijn om die plaats op een goede manier te bewaren en te verdiepen. Want breedte zonder diepte is niet goed. Wij moeten ons voortdurend bezinnen op wat het nu is om vandaag de dag gereformeerd te zijn in de Protestantse Kerk.”
Volgens de predikant uit Rijssen is het vooral de prediking waar de beweging het van moet verwachten. „De zondagse bediening van het Woord, de prediking van de rechtvaardiging van de goddeloze, daar gaat het om. Steeds meer raak ik er innerlijk van overtuigd dat die prediking nooit aansluit bij ons gevoel. Maar zonder die prediking van zonde en genade, van rechtvaardiging en heiliging, kan het niet.
Wie de geschiedenis van de GB kent, weet dat we altijd een zekere breedte gekend hebben. Dat is niet verkeerd. Nogmaals: die breedte moet wel gepaard gaan met diepte. Misschien is het wel symbolisch dat we de afgelopen jaren als bestuur twee brochures hebben uitgebracht. De ene gaat over ons staan in de kerk en de andere over de prediking. Het is glashelder voor me dat de Gereformeerde Bond zichzelf nooit los kan zien van het hervormd-zijn. Daarom zijn we gebleven. Maar aan de andere kant, moet er ook bezinning zijn op onze boodschap, op de prediking. Die twee punten moeten we in het oog houden.”
De scheuring in hervormde kring zou in sommige gemeenten geleid hebben tot bloei.
„Laten we helder zijn: we hebben als GB zéker geen bloeitijd achter de rug. Het is zeer triest wat er is gebeurd. En het is ook duidelijk dat de balans in sommige gemeenten door de scheuring verstoord is geraakt. Daar moeten we aandacht voor hebben. Maar er zijn ook gemeenten waar sprake is van een zekere opademing. Vergeet niet dat een dreigende scheuring gedurende vele jaren een zware druk op het gemeenteleven heeft gelegd.”
Zal onder uw voorzitterschap de Gereformeerde Bond toenadering zoeken tot de hersteld hervormden?
„Het is mijn voorganger ds. Kamphuis met de hem geschonken gaven niet gelukt die eenheid te bewaren. Waarom zou het mij dan wel lukken die eenheid te herstellen? Er is nogal wat gebeurd, de afgelopen tijd. Juist als het gaat over het zicht op de kerk, lopen de meningen gemakkelijk en ver uiteen. Er zijn contacten met hersteld hervormden. Gelukkig wel. Met velen onder hen weet ik me verbonden.
Tegelijk zeg ik: hebben we de handen niet vol aan de eigen kerk, de eigen situatie? Hoe staan wij in de Protestantse Kerk? En dan weet ik best wel dat je de liefde die er was voor de Hervormde Kerk niet zomaar kunt overplanten naar de Protestantse Kerk. Maar we staan in die kerk en daar hebben we onze taak. Als we belijden en geloven dat God mij liefheeft, onafhankelijk van wie ik ben, dan zullen we ook de kerk lief dienen te hebben, onafhankelijk van wie ze is.
De Bond is niet de kerk, maar hij werkt erin tot verdediging en verbreiding van de waarheid. Dat zijn geen populaire zaken in onze tijd, maar ’t is wel onze opdracht. Daarop willen we worden aangesproken en worden afgerekend, om het maar eigentijds te zeggen.”
Het jaarverslag over 2006 laat zien dat zowel het ledental van de Bond als het aantal abonnees van De Waarheidsvriend weer groeit.
„Ja, en de Bond zou in de PKN meer in de belangstelling staan en ga zo maar door.” Hij weifelt even. „Natuurlijk, dat is goed, daar zijn we blij mee. Maar we moeten ook eerlijk zijn. Wil het feit dat in de Protestantse Kerk het jeugdwerk van de HGJB in de aandacht staat ook niet zeggen dat het met het algemene jeugdwerk in de kerk droevig gesteld is? Laten we midden in de kerk staan, arbeiden in de kerk, streven naar een waarlijk reformatorisch kerk. Maar we kunnen dat niet beter doen dan door vooral op de zondagen van ons te laten horen.
We moeten het niet hebben van allerlei zaken die wij moeten en kunnen en doen. De gemeente wordt gebouwd door de prediking van het Woord. De Bond leeft vooral op het vlak van de gemeenten. De zaken worden in onze tijd steeds meer op kleinere schaal bekeken. Helder, belijnd, irenisch. Op die wijze willen we gereformeerd in de kerk staan. Dan hebben we toekomst.”