S. staat in hoger beroep terecht bij het gerechtshof in Den Bosch. De rechtbank veroordeelde de man in mei 2006 wegens dood door schuld tot een gevangenisstraf van een jaar.Door het instorten van de steiger in een ketel van de energiecentrale in Geertruidenberg kwamen in september 2003 vijf mensen om het leven en raakten er drie zwaargewond. De slachtoffers pleegden onderhoud aan de ketel.

Het OM kiest nu voor een lagere eis omdat de verdachte bij het hof in Den Bosch op de zitting is verschenen, terwijl de man bij de rechtbank in Breda nooit is geweest. De Belgische ingenieur kampt sinds het tragische ongeval met depressieve klachten. Dat was de reden dat hij niet voor de rechtbank kon verschijnen.

Hij voelt zich verantwoordelijk voor wat er is gebeurd. Aan de andere kant blijft hij volhouden dat hij zijn werk goed heeft gedaan. Advocaat-generaal Snijders noemt die opvatting misplaatst. Snijders deelt de visie van de rechtbank in Breda dat de steiger onvoldoende stabiel was als gevolg van het ontbreken van diagonale steigerpijpen op cruciale plaatsen.

De advocaat-generaal verwijt S. ook dat hij niet goed heeft gereageerd op signalen dat het bouwwerk niet stabiel genoeg was. Snijders stelde dat S. toen heeft gekozen voor „een noodverbandje” in plaats van een herberekening.

De oorzaak van het ongeval is onderzocht door TNO. De verdediging heeft ook een deskundige ingeschakeld, die zegt dat vervormingen in de ketelwand tot instorting van de steiger hebben geleid. De advocaat-generaal bij het hof verwerpt die conclusie. De advocaten van S. komen dinsdag aan het woord.

De werkgever van de Belgische ontwerper en andere aannemers zijn door de rechtbank veroordeeld tot boetes en gingen niet in hoger beroep. Het OM in Breda heeft opdrachtgever Essent een transactie aangeboden en wil binnen twee of drie weken uitsluitsel van het energiebedrijf. Niet de hoogte van de transactie is voor Essent een punt, maar wel de publiciteit die zal volgen na acceptatie ervan.