Politiek akkoord in Servië
BELGRADO/BRUSSEL - De hervormingsgezinde partijen in Servië hebben besloten een coalitieregering te gaan vormen. Daarmee moet er een einde komen aan de politieke impasse die ontstond na de parlementsverkiezingen van januari.
Volgens de particuliere Servische radiozenders Beta en B-92 is het akkoord het resultaat van afspraken tussen president Boris Tadic en premier Vojislav Kostunica, die donderdagavond tot diep in de nacht met elkaar in overleg waren. Onderdeel van het akkoord is dat Tomislav Nikolic, een van de leiders van de Servische Radicale Partij, die onlangs tot voorzitter van het parlement werd gekozen, deze functie moet opgeven. Nikolic, een politieke bondgenoot van wijlen president Slobodan Milosevic, werd de machtigste man na de president dankzij de stemmen van de conservatieve partij van Kostunica.Vrijdag bevestigde Nikolic persoonlijk dat hij zeer spoedig alweer parlementsvoorzitter af is. Hij zei eraan te hechten zelf op te stappen en niet te willen wachten totdat hij door Kostunica de laan wordt uitgestuurd.
Dat Nikolic aanvankelijk tot parlementsvoorzitter werd gebombardeerd werd als een duidelijke aanwijzing gezien dat nationalistische sentimenten een steeds grotere rol zijn gaan spelen in de Servische politiek. De kwestie Kosovo en het feit dat de pro-westerse partijen er na de verkiezingen van 21 januari maar niet in slaagden een coalitieregering te smeden, waren daar debet aan. De nationalistische SRS werd toen opnieuw de grootste partij, maar het ontbrak de partij aan een partner om een coalitie te kunnen vormen.
De DS van president Boris Tadic, de DSS van premier Vojislav Kostunica en de liberale G17 Plus zijn er vrijdag uiteindelijk op het nippertje uitgekomen. De deadline voor de formatie ligt op 14 mei. Als er dan geen kabinet is geformeerd, moeten er volgens de grondwet nieuwe verkiezingen komen.
De Europees Commissaris Olli Rehn (Uitbreiding) sprak in een eerste reactie van een „goede vooruitgang in Servië”, die moet uitmonden in een „hervormingsgezinde en Europees georiënteerde regering.” De EU hoopt onder meer op een goede samenwerking tussen Servië en het Joegoslaviëtribunaal in Den Haag.
Servië nam vrijdag eveneens het voorzitterschap van de Raad van Europa over van San Marino. De 46 landen die zitting hebben in de Europese mensenrechtenwaakhond geven iedere zes maanden in alfabetische volgorde de voorzittershamer door.
Van tevoren lieten velen doorschemeren te twijfelen of Servië wel geschikt is voor de functie. Belgrado heeft nog altijd niet voldaan aan zijn belangrijkste verplichting aan de raad, de uitlevering van de Bosnisch-Servische generaal Ratko Mladic aan het Joegoslaviëtribunaal. Ook ligt het dwars bij het accepteren van een VN-plan voor Kosovo, dat de provincie zelfbestuur zou geven.
Servië trad in 2003 toe tot de Raad van Europa. Het lidmaatschap was een prestigekwestie voor veel landen uit het voormalige Joegoslavië en Oostblok.