Geen kans voor oppositie in Armenië
JEREVAN - De 2,3 miljoen kiesgerechtigde inwoners van Armenië kunnen zaterdag naar de stembus om een nieuw parlement te kiezen. Niet de vraag wie de verkiezingen zal winnen, maar of deze eerlijk zullen verlopen lijkt het meest interessant.
Niet minder dan 23 partijen proberen zaterdag een plekje te veroveren in de Nationale Vergadering, het eenkamerparlement in de Armeense hoofdstad Jerevan. Slechts een zestal formaties zal er naar verwachting in slagen de kiesdrempel van 5 procent (7 procent voor partijcoalities) te nemen en een plaatsje te veroveren in de 131 afgevaardigden tellende volksvertegenwoordiging.Opvallend aan de stembusstrijd is dat deze niet gaat tussen regering en oppositie, maar tussen de huidige machthebbers. De voornaamste rivalen zijn de Armeense Republikeinse Partij (HHK) van president Robert Kotsjarian en het begin vorig jaar opgerichte Welvarend Armenië (BHK) van zakenman Gagik Tsaroekian. Daarbij dient te worden aangetekend dat de BHK nauw is verbonden aan de HHK en inhoudelijk nauwelijks een alternatief vormt voor de HHK. Veel politieke waarnemers gaan er dan ook van uit dat deze ogenschijnlijke tweestrijd er een is voor de Bühne, bedoeld om de oppositie de wind uit de zeilen te nemen.
Van de oppositie hebben de zittende machthebbers overigens weinig te duchten. Die is tot op het bot verdeeld en versnipperd in veertien verschillende partijtjes, die niet in staat zijn een vuist te maken tegenover de regering van premier Serzh Sarkisian. Sommige politieke analisten denken dat de oppositiepartijen de parlementsverkiezingen alleen maar gebruiken om te kijken of ze op genoeg steun kunnen rekenen bij de presidentsverkiezingen van maart 2008, als Kotsjarian na twee termijnen geacht wordt het veld te ruimen. De president heeft al laten weten de huidige premier als zijn ideale opvolger te beschouwen.
De economische situatie van Armenië is een van de voornaamste onderwerpen die het verkiezingsdebat beheersen. Hoewel het land de afgelopen jaren een aanzienlijke economische groei heeft laten zien -inmiddels is het niveau van 1989 weer bereikt- heeft een derde van de bevolking nog altijd te maken met armoede. De HHK en de BHK proberen de kiezers dan ook te lijmen met de belofte van meer banen, hogere pensioenen en bestrijding van de armoede.
De grote vraag rond de verkiezingen is of deze eerlijk zullen verlopen. De vorige stembusgang, van mei 2003, doet weinig goeds vermoeden. Grootste partij werd de HHK, maar volgens internationale waarnemers was dit te danken aan grootschalige fraude. Ook in de aanloop naar de verkiezingen van vandaag was er alweer sprake van de nodige incidenten.
In ieder geval is Armenië gewaarschuwd. Een vertegenwoordiger van de Raad van Europa heeft al gedreigd dat geknoei met de stembusuitslag gevolgen kan hebben voor het Armeense lidmaaschap van de raad. Ook Washington heeft laten weten dat vrije en eerlijke verkiezingen cruciaal zijn voor de samenwerking met het Kaukasusland. Evenals Rusland volgen de Verenigde Staten de ontwikkelingen in Jerevan met argusogen. Als noordelijk buurland van Iran wint Armenië in toenemende mate aan strategisch belang voor de Amerikanen.
De vroegere parlementsvoorzitter en oppositiepoliticus Artur Bagdassarian heeft al gedreigd de straat op te gaan als de autoriteiten vandaag opnieuw met de stemmen knoeien. De prowesterse politicus, die vorig jaar brak met Kotsjarian, is bereid „de weg tot het einde te gaan.” Een nieuwe kleurenrevolutie zoals in Georgië (2003) en Oekraïne (2005) zit er in Armenië volgens analisten echter niet in.