Stichting presenteert erfenis Ter Schegget
AMSTERDAM - Ter gelegenheid van het tachtigste geboortejaar van prof. dr. G. H. ter Schegget (1927-2001) treedt vrijdag in Amsterdam de G. H. ter Schegget Stichting naar buiten, die de intellectuele nalatenschap van de Leidse theoloog en ethicus beheert.
Tijdens een symposium wordt tevens een boekje van dr. Wilken Veen aangeboden over de theologie van Ter Schegget, getiteld ”De zachtmoedige revolutie in de theologie van G. H. ter Schegget” (uitg. Narratio, Gorinchem).De G. H. ter Schegget Stichting, vorig jaar officieel opgericht maar nog niet naar buiten getreden, stelt zich tot doel het stimuleren van studie van en het uitgeven van publicaties over het werk van Ter Schegget. Verder wil de stichting de uitgave van de biografie van G.H. ter Schegget mogelijk maken, waaraan dr. E. D. J. de Jongh (die ook een biografie aan dr. J. J. Buskes wijdde) momenteel werkt.
De stichting presenteert vrijdag een comité van aanbeveling, die bestaat uit mr. W. Aantjes, mr. E. Jurgens, prof. dr. G. G. de Kruijf, dr. H. Oosterhuis, prof. dr. J. P. Pronk, dr. E. J. de Weijer, dr. H. Wiersinga en dr. S. Wigmans.
Prof. Ter Schegget overleed op 9 november 2001 op 74-jarige leeftijd. Na predikant te zijn geweest in Vreeland, op Curaçao en in Berlijn, was hij vijftien jaar docent filosofie aan de sociale academie De Horst. In 1981 benoemde de hervormde synode hem tot kerkelijk hoogleraar in Leiden. De synode van juni 1981 had reeds dr. A. A. Spijkerboer benoemd, maar deze bedankte. Dr. Spijkerboer had toen één stem meer gekregen dan dr. Ter Schegget.
Vooral vanwege het feit dat Ter Schegget bekendstond als marxistisch theoloog, stuitte de benoeming op breed verzet in de Hervormde Kerk. Leidse docenten en oud-leerlingen schreven -tevergeefs- een brief aan de synode om zijn benoeming tegen te houden. Tot aan zijn emeritaat in 1992 was hij namens de Nederlandse Hervormde Kerk hoogleraar theologische ethiek aan de Rijksuniversiteit te Leiden.
In ruim dertig jaar publiceerde Ter Schegget achttien boeken en een groot aantal artikelen, de meeste over ethiek, maar ook een aantal Bijbels-theologische studies, waarin bijna altijd de opdracht van christenen en de christelijke gemeente in de maatschappij centraal stond. Soms schreef hij expliciet over politieke onderwerpen (zoals in ”Klassenstrijd en staking” en in ”Kernwoorden bij Marx”), maar in de meeste gevallen schreef hij theologie met het oog op de politiek.