Onenigheid over hulp aan probleemgezin
Hulpverlenende instanties verschillen met elkaar van mening over wat er moet gebeuren om een familiedrama als dat van 12 juli in Roermond in de toekomst te voorkomen.
Dat bleek vrijdag in Maastricht tijdens een extra vergadering van de provinciale commissie welzijn, waar organisaties werden gehoord.
De vader van het Roermondse gezin waar het om gaat, stichtte in de nacht van 11 op 12 juli brand in de familiewoning. Daarbij kwamen zes van de zeven kinderen om. De moeder raakte ernstig gewond door een sprong uit een raam op de eerste verdieping. Het zevende kind was die nacht uit logeren.
Met name de stichting Thuiszorg Midden-Limburg voelt zich gepasseerd door hulpverleningsorganisaties. Medewerksters kenden de situatie van het gezin aan de Jupiterstraat in Roermond zeer goed. Ook scholen voelden zich „een vuilnisvat”, in plaats van dat ze door hulpverleners serieus werden genomen. Beide instanties klaagden over de communicatie met het Bureau Jeugdzorg.
Manager T. Groendijk van de GGD Noord- en Midden-Limburg haalde fel uit naar de overheid en de energiebedrijven. Hij wees erop dat het gezin aan de Jupiterstraat lange tijd afgesloten is geweest van gas, water en licht wegens financiële problemen.
Directeur H. Waterborg van de Stichting Welzijn Roermond twijfelt aan het effect van een door de provincie en het Bureau Jeugdzorg gewenste gezinscoach, die de totale regie bij de hulpverlening in handen moet krijgen. Hij ziet meer in buurtnetwerken, waar alle organisaties die met kinderen te maken hebben in samenwerken.
Het college van burgemeester en wethouders van Roermond schitterde door afwezigheid in Maastricht. In een verklaring liet het weten onderzoek af te wachten naar de gang van zaken rond de brand. Ook het Algemeen Maatschappelijk Werk in Roermond wilde niet komen, om een soortgelijke reden.
Directeur J. Verbugt van Jeugdzorg wees op de enorme werkdruk van zijn bureau. Een hulpverlener kan niet vaker dan vijf tot zeven keer per jaar een gesprek met een probleemgezin voeren. Bovendien is het aantal meldingen van kindermishandeling het eerste halfjaar van 2002 met 40 procent gestegen in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar.