Kerk & religie

„We zullen Hattem zeker gaan missen”

HATTEM - Hij voelt er zich, naar eigen zeggen, als een vis in het water. Ds. G. J. Mantel dient nu bijna zestien jaar de hervormde gemeente van Hattem. Deze week vierde hij er zijn 25-jarig ambtsjubileum. Volgende maand rijdt de verhuiswagen voor en vertrekt het gezin naar Huizen. „We zijn blij dat we hier nog dit jubileum hebben kunnen vieren.”

W. H. van Egdom
4 May 2007 19:32Gewijzigd op 14 November 2020 04:45
HATTEM – Ds. G. J. Mantel uit Hattem herdacht deze week dat hij 25 jaar predikant is. Volgende maand verhuist de predikant met zijn gezin naar Huizen. Foto RD, Henk Visscher
HATTEM – Ds. G. J. Mantel uit Hattem herdacht deze week dat hij 25 jaar predikant is. Volgende maand verhuist de predikant met zijn gezin naar Huizen. Foto RD, Henk Visscher

Vanuit de pastorie aan de Grote Gracht in het Hanzestadje Hattem is het maar een paar minuten lopen naar de Grote Kerk. Een bruggetje over, een klein poortje in de oude vestingmuur door, even een paar stappen in een smal straatje en dan staat daar het godshuis. Stoer, massief. Omgeven door oude panden. En oude bomen in een frisgroen lentekostuum. Verscholen tussen de takken zitten koerende duiven. Verder is het stil. De kerk is oud, de toren nog ouder. De zon doet het grijze dak glanzen.Het lijkt of de voortsnellende tijd bij deze oude kerk eventjes de pas inhoudt. Want hier gebeurt het, nu al zo veel eeuwen lang. Een huilende baby die binnengedragen wordt in de gewelfde ruimte om gedoopt te worden. Een jong stel dat hier knielt om een zegen over hun huwelijk te vragen. Belijdeniscatechisanten die in deze sacrale ruimte hun ijl klinkende ”jawoord” zeggen. Rouwende familieleden die hier een gestorven dierbare binnendragen. En later uitdragen. Voorgoed.

Ds. Mantel (53) is nu bijna zestien jaar een van de drie predikanten van de hervormde gemeente van Hattem. „Vrienden vroegen wel eens aan me: Wat is er toch tussen Hattem en jou? Dan zei ik altijd: Ik voel me als een vis in het water. Voor mijn gevoel is de tijd dan ook voorbijgevlogen. En door de jaren heen is de band met de gemeente alleen maar sterker geworden. Dat is misschien wel typerend voor het noorden. In het begin zijn de mensen wat afwachtend. Maar als het klikt, dan sluiten ze je steeds dieper in hun hart.”

Nog een maandje en dan zal de verhuiswagen voorrijden bij de pastorie aan de Grote Gracht. „Ik heb een beroep aangenomen naar de hervormde gemeente van Huizen. Ja, dat is een hele stap, vanuit het oosten naar het westen.”

Geschenk
Op 2 mei 1982 werd ds. Mantel bevestigd tot predikant in Overberg, een buurtschap bij Veenendaal. „Ik had toen twee beroepen en iedereen was verwonderd dat ik het beroep naar Overberg aannam. De beslissing viel eigenlijk tijdens het kennismakingsbezoek. Terwijl we de pastorie bekeken, zei een diaken tegen me: „We weten hier eigenlijk niet meer hoe het verder moet.” Toen had ik iets van: hier moet ik zijn. Dat ervoer ik echt als een roeping.”

In die tijd was ds. Mantel net weer een beetje aan het opkrabbelen van een overspanning. „Als pastoraal werker had ik te veel hooi op m’n vork genomen. De dokter zei: doe maar alleen de dingen die je leuk vindt. Maar ja, hoe doe je dat? Een begrafenis leiden is niet leuk, maar het moet wel gebeuren. In Overberg hebben ze me veel vertrouwen gegeven. We hebben de dingen open met elkaar kunnen bespreken en gelukkig ging het goed, daar ben ik dankbaar voor.”

Het beroep naar Lopikerkapel heeft de familie Mantel ervaren als „een geschenk uit de hemel.” „Overberg was een parttime gemeente, maar ik werkte er gewoon fulltime. Inmiddels was ons gezin uitgebreid. En met een parttime inkomen werd dat steeds moeilijker. Daarom hebben we in het beroep naar Lopikerkapel iets gezien van de hand van God. Niet dat we het in Overberg niet meer naar onze zin hadden. Integendeel. We werkten er met plezier. En we hebben gelukkig nog steeds goede banden met Overberg. Ik preek er nog steeds graag. En wat ik ook heel mooi vind: catechisanten van toen zitten nu in de kerkenraad. Dat vind ik zo bemoedigend. Dat Gods werk toch doorgaat.”

De gemeente van Lopikerkapel omschrijft ds. Mantel als „een grote familie.” „Figuurlijk is dat natuurlijk zo. De gemeente heeft iets van een gezin. Maar in Lopikerkapel was dat ook in veel gevallen letterlijk, omdat er in allerlei families overal wel lijntjes met elkaar liepen.”

Terwijl de familie Mantel in Lopikerkapel woonde, werden zo ongeveer alle kerkelijke onroerende goederen gerestaureerd. „De pastorie was al helemaal opgeknapt toen we er kwamen. Spoedig volgde het verenigingsgebouw. Daarna moest de begraafplaats uitgebreid worden. En tot slot volgde de restauratie van de kerk en de uitbreiding van het orgel. Het was een drukke tijd. Maar ook heel opbouwend voor de gemeente.”

En toen kwam na vijf jaar het beroep uit Hattem. „Eigenlijk is dat ook best wel wonderlijk gegaan”, vertelt ds. Mantel. „In de tijd dat ik in Lopikerkapel stond, kwam er een aantal beroepen kort achter elkaar. Ik weet nog heel goed dat er op een bepaald moment een beroep was waarover ik heel erg twijfelde. Ik wist niet wat ik moest doen. Toen we op zondagmorgen aan de koffie zaten, zei mijn vrouw: „Wat zou je eigenlijk willen? Stel je voor, dat je zou kunnen solliciteren?”

Ik had toen net op het seminarie iemand gesproken over de gemeente Hattem. Een wat grotere gemeente met meerdere predikanten. Het was een enthousiast verhaal. Dus zei ik: zoiets als Hattem. Ik wist niet eens dat er een vacature was, ik wist amper waar het lag. Ik was er nog nooit geweest. In de week daarop werd ik gebeld door een collega die me vertelde dat er tijdens een dienst die ik leidde in een buurgemeente hoorders waren geweest. Uit Hattem. Hoe hij dat wist, weet ik niet. Maar ik vond dat zo bijzonder. Toen ze me dan ook vanuit Hattem belde, wist ik bijna al dat ik het aan zou nemen. We hadden zoiets van: dit kan toch niet zomaar toeval zijn?”

Wennen
Eenmaal gevestigd in de Hanzestad Hattem, moest ds. Mantel aanvankelijk wel wennen. „Je hebt een bepaald beeld van de gemeente gekregen. Maar dat bleek toch niet helemaal te kloppen. Algauw kreeg ik dan ook de reactie: u geeft antwoord op vragen die we hier helemaal niet hebben. Daar schrok ik best wel van. Een sterke avondmaalsmijding en vragen over de toe-eigening van het heil leven hier veel minder. Ik heb daar toen veel over nagedacht en er ook uitgebreid met de kerkenraad over gesproken. Het is best wel even een zoektocht geweest, hoe je de gemeente dan kunt bereiken. In die zin ben ik wel wat anders gaan preken. Ik denk niet dat ik echt inhoudelijk veranderd ben. Maar ik heb ernaar gezocht hoe ik met de dezelfde inhoud een goede landingsplaats kon vinden.”

Ds. Mantel kijkt met veel dankbaarheid terug op bijna zestien jaar Hattem. „Het is een bijzonder goede tijd geweest, en daardoor is het best wel moeilijk om Hattem los te laten. We zien er dan ook best wel tegenop. Maar we zien er ook naar uit om naar Huizen te gaan. Een nieuwe plek met nieuwe uitdagingen. We hopen er tot zegen te mogen zijn.”

Levensloop

Geboren op 6 juni 1954.

Bevestigd als predikant van de hervormde gemeente van Overberg op 2 mei 1982.

Bevestigd als predikant van de hervormde gemeente van Lopikerkapel op 18 augustus 1986.

Bevestigd als predikant van de hervormde gemeente van Hattem op 15 september 1991.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer