„PTSS-slachtoffer ook vaak dader”
UTRECHT (ANP) - Oorlogsgetroffenen die lijden aan een posttraumatische stressstoornis (PTSS) zijn vaak niet alleen slachtoffers, maar zijn ook zelf geneigd zich schuldig te maken aan geweld. Therapeuten hebben daarvoor weinig oog.
Dat stellen onderzoekers van het Sinaï Centrum in het donderdag verschenen meinummer van het Maandblad Geestelijke volksgezondheid (MGv).Volgens de onderzoekers, die verbonden zijn aan een Joods psychiatrisch ziekenhuis, behandelen therapeuten slachtoffers en daders alsof het twee verschillende mensensoorten zijn. Uit onderzoek is echter gebleken dat veel oorlogsgetroffenen met een posttraumatische stressstoornis slachtoffer en dader in één persoon zijn. Bij vier tot zes van de tien patiënten was sprake van agressie of dadergedrag, aldus de onderzoekers.
Dat wil niet zeggen dat ze geen recht hebben op mededogen en therapie. Maar in die behandeling zou ook aandacht moeten worden besteed aan hun agressie of dadergedrag, bijvoorbeeld huiselijk geweld. Dat gebeurt volgens de medewerkers van het Sinaï Centrum, een ziekenhuis met vestigingen in Amsterdam en Amersfoort, te weinig.
De onderzoekers baseren zich op de dossiers van 102 mannelijke oorlogsgetroffenen die in psychiatrische behandeling waren voor PTSS: 38 veteranen (oud-militairen) en 64 burgers. Onder die burgers waren niet alleen mannen die de Tweede Wereldoorlog hadden meegemaakt, maar ook vluchtelingen.
Volgens de onderzoekers kunnen therapeuten het zich moeilijk voorstellen dat sommige slachtoffers van geweld zich ook zelf schuldig maken aan agressief gedrag. Of vinden ze het moeilijk om dat ter sprake te brengen. Als het in de behandeling gaat over slachtofferschap, worden behandelaars ertoe ’verleid’ om dadergedrag te negeren, of zelfs te vergoelijken, zeggen de onderzoekers.