„We hadden er tot vorige week niet op gerekend dat we nog mee zouden doen”, zegt Van Ginkel (53), die tot nu toe bij de waterpolitie Zeeland werkte. „De partijen hadden immers al inhoudelijke overeenstemming bereikt. Ik had niet gedacht dat het nog mis zou gaan op de verdeling van de portefeuilles.”In het provinciebestuur krijgt Van Ginkel de dossiers Natuur, Landschap, Water en Milieu. Daarbij hoort ook het omstreden ontpolderingsvraagstuk.

Een lastig dossier voor een gedeputeerde.

„Je kijkt wel op tegen de lastige onderwerpen. Natuurherstel Westerschelde is een omstreden pakket. Er zijn gelukkig al een hoop dingen in gebeurd en er ligt nu heel veel bij de minister, maar het blijft desondanks een heel gevoelig dossier. Toch heb ik echt zin in het werk. Tegelijkertijd is het spannend. Het uitvoerende werk in het college hebben wij nog niet eerder gedaan.”

U was tegen de Westerschelde Container Terminal. Kunt u dat in het college wel volhouden?

„Er komt nu nader onderzoek. Daar laten we ons standpunt van afhangen. Laat ik zeggen dat we in elk geval niet alles hebben weggegeven.”

Heeft u voldoende punten uit uw eigen programma kunnen verwezenlijken?

„Veel dingen hebben we met elkaar gedaan, vooral met de SGP. Daardoor ligt er nu een beleid dat een stuk socialer is. Op ethisch vlak zijn er in Zeeland vrijwel geen onderwerpen. Dat is jammer, maar helaas. Wat we wel doen, is meer ruimte maken voor identiteitsgebonden instellingen die op religieuze basis hun werk proberen te doen. Die worden door ons als volwaardig behandeld en ook als zodanig gesubsidieerd.”

Verwacht u toenemende polarisatie tussen het goeddeels christelijke college en de seculiere oppositie?

„Ik verwacht stevige oppositie, maar ik ben niet bang voor polarisatie. Ik hoor in de wandelgangen wel zulke geluiden, maar ik vind het geen onderwerp. Ook de PvdA en de VVD hebben hun confessie. Nu wij het christelijke gedachtegoed als uitgangspunt nemen, zou dat opeens niet kunnen? Dat is vreemd. De partijen die dat vinden, moeten nog maar eens goed nadenken wat ons democratische stelsel inhoudt.”