Syriërs gelaten onder instroom Irakezen
DAMASCUS/GENEVE - Veel Syriërs mopperen over de prijsstijgingen die de aanwezigheid van ruim een miljoen Iraakse vluchtelingen in hun land veroorzaakt. Maar de ergernis richt zich nauwelijks tegen de ongenode gasten. Nogal wat Syriërs tonen begrip voor de moeilijkheden waarmee hun rijkere buren kampen.
„Ik bekijk het zo: Syrië telt nu meer consumenten”, zegt Amri Alaby, de eigenaar van een snoepwinkel in het centrum van Damascus. „Er rolt meer geld en dat is goed voor de economie.” Dat weegt volgens Alaby op tegen de prijsstijgingen die het gevolg zijn van de komst van zo veel Irakezen.Andere Syriërs maken zich meer zorgen over het stijgende prijspeil. „Een huis dat voorheen 15 miljoen Syrische pond waard was, gaat nu voor 40 miljoen van de hand”, zegt Adel al-Jabbah, een handelaar in kruiden uit Damascus. „De Irakezen betalen gewoon wat de verkopers vragen.” Sommige Irakezen die in Syrië arriveren, hebben veel geld bij zich en willen koste wat het kost een verblijfplaats waar ze zich veilig kunnen voelen. Veel Syrische huiseigenaars profiteren daarvan en proberen het onderste uit de kan te halen.
Zelfs de staatskrant al-Ba’ath heeft het over „een echte crisis.” Naast woningen gaan ook levensmiddelen almaar meer kosten. En ook het onderwijs en de gezondheidszorg in Syrië worden extreem belast door de enorme bevolkingsaanwas van de voorbije maanden. Syrië telt maar ongeveer 18 miljoen inwoners, niet zo veel meer dan Nederland.
Veel Syriërs klagen over de prijsstijgingen en de andere problemen die de massale instroom van vluchtelingen veroorzaakt, maar ze maken de vluchtelingen er niet voor verantwoordelijk. „De schuld ligt bij Bush”, vindt Adnan, een handelaar in Damascus. „Hij heeft het Midden-Oosten in brand gezet en al dit lijden veroorzaakt.”
Sommige Syriërs nemen het expliciet op voor de vluchtelingen. „De Irakezen zijn onze broeders en we geloven in één Arabische natie. Een probleem is er dus niet”, zegt Abdel Aziz, de eigenaar van een schrijfwarenzaak. „We dragen bij wat we kunnen; we helpen de Irakezen door deze onrechtvaardige crisis heen.”
Intussen komen er almaar nieuwe vluchtelingen bij. In de wijken van Damascus waar veel Irakezen een toevlucht hebben gevonden, staan rijen vrachtwagens met het hebben en houden van nog meer nieuwkomers. Volgens Adhem Mardini, een woordvoerder van de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR in Damascus, komen er elke dag nog minstens duizend Irakezen het land binnen.
Op een internationale conferentie over het Iraakse vluchtelingenprobleem in Genève beloofde de Iraakse regering woensdag 25 miljoen dollar (18 miljoen euro) vrij te maken om de buurlanden Syrië en Jordanië te helpen bij de opvang van Iraakse vluchtelingen. Dinsdag hadden de VS de UNHCR al 18 miljoen dollar (13 miljoen euro) toegezegd, terwijl Duitsland en Frankrijk nog eens 2 miljoen euro extra zullen bijdragen.
Voor de meeste landen bleef het in Genève echter bij een verklaring dat zij de ernst van het Iraakse vluchtelingenprobleem onderkennen. Verdere financiële toezeggingen werden niet gedaan. De komende tijd moet duidelijk worden of de bewustwording ook in concrete acties wordt vertaald.