De boodschap van de twaalf poorten
Hoge muren omgeven het nieuwe Jeruzalem. Het lijkt onmogelijk de stad in te komen. Toch is het geen gesloten stad, want in de muren zitten twaalf poorten. Voor iedere windrichting drie poorten. Men verwacht dus volk in het nieuwe Jeruzalem, mensen uit alle windstreken.
Aan de hand van dit beeld, ontleend aan Openbaring 21:9-27, tekende ds. W. Peene woensdag in Driesum, op de zendingsmiddag van het Noorden, de bevolking van het nieuwe Jeruzalem.
De muur wijst erop dat er niets in de stad mag komen wat onrein is, zei de hervormde predikant uit Driesum in zijn openingswoord. „De wachters in de twaalf poorten laten alleen hen toe die geschreven zijn in het boek des levens des Lams. We hebben wel verdiend voor eeuwig buitengesloten te worden, maar de stad zal desondanks bevolkt worden door de volken die in het licht wandelen (vers 24). Die mensen zijn onverdiend gezaligd.”
Zo bestaat de kerk uit Jood en heiden, aldus ds. Peene. Ook heidenen worden gewassen in het bloed van Jezus Christus. „Dan staat onze naam geschreven in het boek des Levens, en staat Christus’ naam geschreven in ons hart. Daarom moet Zijn naam worden uitgedragen, tot aan de einden der aarde.”
Ds. M. van Kooten, hervormd predikant te Montfoort, sprak over „de zendingsboodschap” uit Lukas 9: „Want de Zoon des mensen is niet gekomen om der mensen zielen te verderven, maar om te behouden.” Uit dit woord mogen zendingswerkers hoop putten, zei ds. Van Kooten. De Samaritanen wensten Jezus geen onderdak te geven. Daarop stellen de discipelen voor om vuur van de hemel te doen nederdalen. Maar Jezus, Zich omkerende, bestrafte hen. „Is er bij de Heere dan geen sprake van wraak, van toorn? Zeker wel, maar Hij is in het bijzonder gekomen om mensen tot Zich te roepen die vermoeid en beladen zijn.”
In Samaria is de godsdienst verwaterd. „De stad is aan het heidendom gelijk geworden. Daarin zien we het beeld van Nederland. Ook hier zien we Samaritanen rondlopen, die niet rekenen met God en Zijn Woord. De Heere is met Zijn Geest schier geweken. En toch zegt Jezus hier dat Hij is gekomen om mensenzielen te behouden.”
De Montfoortse predikant onderstreepte dat in het zendings- en evangelisatiewerk de boodschap niet mag worden aangepast. „De doodstaat moet blijvend worden gepredikt. Het lijkt er soms op dat bekering geen wonder meer is. Men is immers al een heel eind op de goede weg en er is nog maar een klein duwtje nodig om het eindpunt te bereiken. Maar ook op het zendingsveld moet de boodschap klinken dat er van nature niemand is die God zoekt. Daarom moeten we zendingswerkers maar veel in het gebed bij de Heere brengen.”
Aan de hand van Ezechiël 33 liet ds. D. Heemskerk „de grondtonen voor het zendingswerk” horen. „Ezechiël staat op een hoge plaats. Hij waakt als anderen slapen. Dat is het beeld van het zendingswerk. Ook daar moet de bazuin worden geblazen.”
Ds. Heemskerk noemde het een goddelijk wonder dat de Heere nog te doen wil hebben met mensen die in hun goddeloosheid voortleven. „Hij is getrouw en bezoekt Zijn volk in de ballingschap, ook als zij ontrouw zijn. Hij roept tot waarachtige bekering.”
Velen willen wel naar de hemel, zei de hervormde predikant uit Garderen, maar willen tegelijkertijd de zonden aan hun hart blijven drukken. „Maar als Hij komt, eist Hij waarachtige bekering. Dat is geen vrome wens, maar goddelijke eis.”
Het volk in ballingschap blijft zich verontschuldigen. Zo doen ook wij, zei ds. Heemskerk: Ik kan me toch niet bekeren! „Maar dat begrijpt u pas werkelijk als de eis van waarachtige bekering verstaan wordt. Dan brengt de Geest der genade en der gebeden tot erkenning van de totale machteloosheid, als vrucht van onze onwilligheid.”
De Heere heeft geen behagen in onze ondergang, merkte ds. Heemskerk op. „Hij roept met kracht de boodschap uit: Bekeert u van uw boze wegen. Hij is de Heere, de Almachtige. Hij is machtiger dan de verdorvenheid van de oude mens. Indien wij dan ontrouw zijn, Hij is de Getrouwe, hier en op het zendingsveld.”
Ongeveer tachtig mensen bezochten de 59e zendingsmiddag van het Noorden.