Koninklijk Huis

Meer dan Paleis Soestdijk

Sinds de openstelling voor het publiek is Paleis Soestdijk een trekker. Na de bezichtiging van het voormalige huis van koningin Juliana en prins Bernhard stappen veel bezoekers weer in de auto naar huis. Een gemiste kans, want in de omgeving van het paleis is nog veel meer koninklijks te vinden: Kasteel Drakensteyn, de school van de jonge Beatrix en haar zussen, een monument ter ere van koningin Emma, een stationswachtkamer voor de Oranjes en nog veel meer. Nieuwe wandel- en fietsroutes voeren erlangs.

W. G. Hulsman
13 April 2007 18:29Gewijzigd op 14 November 2020 04:41
Vlak bij het spoor staat het Emmamonument. De koningin moeder vertoefde graag op Paleis Soestdijk. Foto's RD, Anton Dommerholt
Vlak bij het spoor staat het Emmamonument. De koningin moeder vertoefde graag op Paleis Soestdijk. Foto's RD, Anton Dommerholt

De narcissen voor Paleis Soestdijk staan in bloei. Langzaam worden de bomen groen. Ook die in de lange laan recht tegenover het bordes van het paleis. Deze voert naar de Naald, een stenen zuil opgericht ter ere van de latere koning Willem II na zijn overwinning in de Slag bij Waterloo in 1815. Vanaf de Naald is er een mooi doorkijkje terug naar het witte paleis.Het paleis en de Naald zijn een mooie start voor de fietsroute door Baarn en omgeving. In het ”Paspoort naar Vorstelijk Baarn”, dat gratis te krijgen is bij Paleis Soestdijk, de VVV en op verschillende andere punten, staat de route netjes beschreven en uitgetekend.

De route gaat eerst richting het centrum van Baarn, langs het Baarnsch Lyceum. Hier werden prinses Beatrix en haar zussen klaargestoomd voor de maatschappij. Even later voert de tocht ook langs de Nieuwe Baarnse School, de plaats waar de prinsjes leerden rekenen en schrijven.

Hier en daar wappert een vlag met wimpel. De route is vandaag extra vorstelijk, omdat prins Willem-Alexander en prinses Máxima net hun derde kindje hebben gekregen.

Bij Kasteel Groeneveld -een fraai 17e-eeuws buiten- duikt de fietser het uitgestrekte bosgebied van de Utrechtse Heuvelrug bij Baarn in. Het bos ruikt lenteachtig.

Drakensteyn
Lage Vuursche is nu het doel. Een mooie plek voor een koffiestop of lunch. Het rustige dorpje verscholen tussen de bomen biedt daarvoor veel mogelijkheden.

De route loopt via Lage Vuursche omdat daar Kasteel Drakensteyn staat, privébezit van koningin Beatrix. Hier had zij met haar man en kinderen de gelukkigste en ontspannendste jaren, zo vertelde zij zelf eens. De koningin heeft al verschillende keren naar die periode verwezen, met de wens erbij dat het ook prins Willem-Alexander en prinses Máxima vergund zal zijn zo enkele jaren met hun kinderen op te trekken op Eikenhorst in Wassenaar.

Of het prinselijk paar die kans krijgt, is echter de vraag. De vele busjes van bouwbedrijven bij het kasteel wijzen erop dat er vaart wordt gezet achter de restauratie van het vrijwel onzichtbare kasteel en de bijgebouwen. Komt er binnen een enkel jaar toch een troonswisseling en zal koningin Beatrix zich dan hier vestigen?

Door de Vuursche bossen gaat de route terug richting Paleis Soestdijk. Gearriveerd bij het paleis -tegenover het monument is een geschikte parkeerplaats - zit er ongeveer 30 kilometer op.

Wachtkamer
Voor de liefhebbers van wandelen biedt het gidsje van Vorstelijk Baarn een alternatief: een wandelroute langs vorstelijke plekken in de Utrechtse gemeente. Die zijn er genoeg. Om te beginnen het kleine, liefelijke stationsgebouwtje van het dorp. De komst van het stationnetje is te danken aan prins Hendrik ”de Zeevaarder” (1820-1879), een broer van koning Willem III. Die stelde grond ter beschikking voor een spoorlijn, onder voorwaarde dat alle treinen in Baarn zouden stoppen. De prins wilde zelfs een aftakking naar Paleis Soestdijk, maar daar stak koning Willem III een stokje voor. Het station heeft wel een statige koninklijke wachtkamer gekregen. Helaas is die alleen na afspraak te bezoeken.

Door statige lanen, langs stijlvolle villa’s en verschillende koninklijke monumenten en herdenkingsbomen gaat de tocht verder. Veel straten in Baarn zijn vernoemd naar prinsen en prinsessen uit verleden en heden.

In Baarn is te zien dat deze plaats altijd een bovenlaag van de bevolking heeft aangetrokken. Dicht bij het hof zitten, kan aantrekkelijk zijn. Toch veranderen de tijden, want veel grote villa’s zijn nu in gebruik als kantoor en ook het hof zelf is sinds 1980 uit de gemeente verdwenen. Architectonisch blijven veel van de huizen echter fraaie voorbeelden van de 19e-eeuwse bouw, met al zijn variaties.

Fraai en vorstelijk zijn vooral het Emmamonument vlak bij het spoor en het Amaliahek. Het gaat hier niet om Catharina-Amalia, de oudste dochter van prins Willem-Alexander, maar om Amalia van Saksen-Weimar, de eerste vrouw van prins Hendrik, die een flink deel van zijn leven op Paleis Soestdijk woonde.

Winkelen
Interessant is ook de Brink met de Pauluskerk. De kerk -midden in het dorp- heeft een koninklijke bank die stadhouder-koning Willem III liet plaatsen. Op de bank ligt de Bijbel die prins Hendrik de Zeevaarder kreeg aangeboden ter gelegenheid van zijn vijftigste verjaardag. Voor de kerk staat de Wilhelminabank, die de vorstin bij haar 25-jarig regeringsjubileum kreeg.

Bij de Brink begint ook het winkelgebied van Baarn. Koningin Juliana deed hier graag boodschappen - zo anoniem mogelijk. Ze stapte zo binnen bij banketbakker Hendricksen of bij woonwarenhuis Nijhof. De winkelbezoekjes waren vaak verrassend ontspannend (zie kaders). Nu het paleis niet meer wordt bewoond, zien de inwoners van Baarn zelden meer een Oranje lopen. Hoewel, pas stapte prinses Máxima nog binnen bij woonwarenhuis Nijhof. Misschien dat straks koningin Beatrix zich regelmatig laat zien als het inderdaad zo is dat zij op Drakensteyn gaat wonen.

Meer informatie: www.vorstelijkbaarn.nl, www.vvvbaarn.nl en 035-5413226.

Munt voor de orgelman

Wim Velthuizen van het Comité 4 en 5 mei Baarn liep koningin en later prinses Juliana wel eens tegen het lijf. In het ”Paspoort naar Vorstelijk Baarn” vertelt hij hoe dat ging: „Bij een onverwachte ontmoeting met prinses Juliana in de Laanstraat sprak ze mij aan, want ze was op zoek naar een bepaalde juwelier. Ik knikte even naar de marechaussee in burger die een oogje in het zeil hield en liep al pratend met haar op naar de bewuste winkel. Onderweg stond een draaiorgel te spelen en de prinses zocht in haar tas naar wat geld. Ze deed iets in het mansbakje zonder dat de orgelman in de gaten had wie zij was. Toen ik terugliep nadat zij de juwelierswinkel binnenging, sprak de orgelman mij aan: „Was dat onze koningin, daarnet?” Ik antwoordde bevestigend, waarop hij naarstig in zijn bakje ging zoeken naar de gulden die zij even daarvoor er in had gedaan. „Die moet ik bewaren”, sprak hij.”

Een boek voor Alexander

Koningin Juliana liep regelmatig binnen bij boekhandel Den Boer in de winkelstraat van Baarn. Peter Houtman in het ”Paspoort voor Vorstelijk Baarn”: „Het was in april 1980. Koningin Juliana gekleed in mantelpak en beladen met plastic tassen met boodschappen treedt binnen. Ik ben pas drie maanden in dienst van de Boekhandel Den Boer in de Laanstraat en sta plotseling oog in oog met Neerlands hoogste in rang. Een moment van twijfel over mijn houding en wat ik moet zeggen maakt me onzeker, maar zij neemt die onzekerheid onmiddellijk weg door op een ontspannen manier een vraag te stellen over kinderboeken. Haar kleinzoon Alexander is bijna jarig en ze wil hem een boek geven en nu had zij gedacht aan een boek van die aardige meneer Terlouw. „Vindt u dat ook niet een goede schrijver?” Van achter haar bril keek zij mij onderzoekend aan. „Het is een reuze aardige man weet u”, zegt ze en ik haastte mij om dat te bevestigen want je spreekt de koningin toch niet tegen? Samen stonden we voor de kasten met de kinderboeken. Ik titels aanreikend die ik goed achtte als koninklijk geschenk. Zij onderzoekend en twijfelend of dat wel zo was. Tijdens die zoektocht naar het ware kindergeschenk kreeg ik het wel een beetje warm. Eerlijk gezegd brak het zweet me uit, maar ik merkte wel dat zij er alles aan deed om mij op mijn gemak te stellen. Enfin, de cadeaus waren uitgezocht, ingepakt en in een draagtas gedaan. De tas werd overhandigd en mevrouw werd met alle respect tot de deur begeleid. Met haar hand aan de deurklink, en ik haar ten afscheid beleefd groetend, moest mij deze laatste prangende vraag toch van het hart: „Mevrouw, waar zal ik de rekening heen sturen?” Waarop zij antwoordde, na enig gepeins: „Ach stuurt u hem maar naar mij.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer