Servië blijft tegen apart Kosovo
BELGRADO - Servië zal nooit onafhankelijkheid voor Kosovo accepteren, heeft de Servische president Boris Tadic dinsdag in een interview met het persbureau Associated Press gezegd. Tadic kondigde een nieuw diplomatiek offensief aan om de grote mogendheden ervan te overtuigen de onrustige provincie binnen de Servische grenzen te houden.
Tadic uitte felle kritiek op het plan van VN-gezant Martti Ahtisaari, dat voorziet in onafhankelijkheid voor Kosovo onder internationaal toezicht. Ook riep hij op tot een herziening van het door de VN geleide vredesproces. „Servië staat open voor een compromis (…) maar wij zijn niet bereid een deel van onze integriteit en identiteit op te geven”, aldus Tadic.Tadic erkende dat het één jaar oude proces over de toekomstige status van Kosovo, de Servische provincie die sinds 1999 de facto een VN-protectoraat is, een nieuwe fase is ingegaan sinds Ahtisaari vorige week zijn plan formeel aan de VN-Veiligheidsraad voorlegde.
„Er is heel weinig tijd, maar Servië moet in dat korte tijdsbestek het initiatief nemen”, aldus Tadic. Hij voegde hieraan toe dat Belgrado zijn pijlen voornamelijk zal richten op de Verenigde Staten, de EU en Rusland, maar tegelijkertijd zal waken tegen een teloorgang van zijn betrekkingen met de VS en hun westerse bondgenoten.
„De Servische toekomst ligt binnen de Europese Unie”, zei Tadic. Het Servische EU-lidmaatschap is na de oorlogvoering in de jaren ’90 en het isolement onder wijlen Slobodan Milosevic het ultieme strategische doel. „Ik zal alles in mijn vermogen doen om een Europese toekomst voor Servië veilig te stellen”, zei Tadic.
De EU schortte vorig jaar besprekingen over een eventueel Servisch lidmaatschap op toen de arrestatie van de voortvluchtige verdachten van oorlogsmisdaden Ratko Mladic en Radovan Karadzic uitbleef. Tadic noemde de arrestatie van Mladic en Karadzic cruciaal, niet alleen voor de toekomst van Servië binnen de EU maar ook voor verzoening met de andere landen in de regio.
Vier Servische ex-paramilitairen zijn dinsdag veroordeeld voor betrokkenheid bij moorden op Bosnische moslims in Srebrenica in 1995. Een rechtbank in Belgrado legde hen celstraffen uiteenlopend van vijf tot twintig jaar op. Een vijfde verdachte werd vrijgesproken. Het is de eerste Srebrenicazaak die is behandeld door een Servische rechtbank.
Overlevenden van het Srebrenicabloedbad willen dat de Bosnische autoriteiten 11 juli uitroepen tot dag van nationale rouw. De dag moet een jaarlijks eerbetoon worden aan de ongeveer 8000 Bosnische moslims die in juli 1995 tijdens de machtsstrijd om Bosnië door Bosnische Serviërs werden vermoord.