Dat blijkt uit het dinsdag gepubliceerde jaarverslag van PGGM.PGGM wijzigt de strategische beleggingsmix, omdat het pensioenfonds meer wil investeren in beleggingen met een langetermijnhorizon. Het aantal aandelen wordt verlaagd van 42 procent naar 40 procent, terwijl vastgoed wordt verhoogd van 13 procent naar 15 procent.

PGGM, het grootste pensioenfonds van Nederland na ABP, behaalde vorig jaar een rendement van 16,3 procent op aandelen. Op vastgoed werd een rendement van 29,4 procent behaald. Het fonds oriënteert zich dit jaar op nieuwe sectoren en regio’s in de vastgoedmarkt. PGGM gaat zich in het bijzonder richten op infrastructuur en vastgoed in opkomende markten.

Het totaal belegd vermogen voor het pensioenfonds voor de sector zorg en welzijn bedroeg eind vorig jaar ruim 81 miljard euro ten opzichte van 71,8 miljard euro in 2005. PGGM, dat ruim 2 miljoen leden telt, haalde vorig jaar een rendement van 11 procent. Dat is hoger dan het verwachte rendement van 7,7 procent.

PGGM heeft voor dit jaar een rendementaanname vastgesteld van 7 procent. Het pensioenfonds verwacht dat over een tijdspanne van vijftien jaar het jaarlijkse rendement op aandelen 7,5 procent bedraagt. Vorig jaar ging PGGM nog uit van een jaarlijks rendement van 8,6 procent. Ook het verwachte rendement op durfkapitaal, private equity, daalde van 10,5 procent naar 9,6 procent.

De dekkingsgraad van PGGM (de mate waarin aan de verplichtingen kan worden voldaan) steeg van 118 procent in 2005 naar 134 procent eind vorig jaar. De Nederlandsche Bank (DNB) had een grens van 130 procent aan het pensioenfonds opgelegd om ”uit herstel” te komen. PGGM heeft inmiddels officieel te horen gekregen van DNB uit herstel te zijn.

Pensioengiganten ABP en PGGM moeten de meeste boetes, die De Nederlandsche Bank (DNB) aan hen heeft opgelegd inzake de levensloopregeling, betalen. De Rotterdamse rechtbank heeft hier dinsdag uitspraak over gedaan, meldden ABP, DNB en PGGM.

De pensioenfondsen hadden DNB gedaagd om de aan hen opgelegde boetes van ruim 1,3 miljoen euro ongedaan te maken of te matigen. De rechter heeft alleen PGGM vrijgesteld van een van de drie boetes. De rest is volgens de rechtbank terecht opgelegd.

Voorzitter Heino van Essen van de directie van PGGM ging dinsdag tijdens de publicatie van het jaarverslag in op de gedeeltelijke vrijstelling van een van de boetes. Deze had betrekking op een advertentie over de levensloopregeling van dochter Careon in een personeelstijdschrift van PGGM en bedroeg 300.000 euro.

DNB bevestigde dat ABP drie boetes moet betalen. „DNB kan zich vinden in de uitspraak”, zei een woordvoerder van de centrale bank. De woordvoerder wilde geen uitspraken doen over PGGM. „Die uitspraak moeten we nog bestuderen.”

DNB legde de boetes op, omdat de centrale bank het ongeoorloofd vindt dat naam en beeldmerk van het moederbedrijf zijn gebruikt om klanten te werven voor Loyalis (ABP) en Careon (PGGM). De pensioenfondsen mogen zelf geen levensloopproducten verkopen en via dochters alleen onder strikte voorwaarden. ABP en PGGM bestreden dat naam en beeldmerk van het moederbedrijf oneigenlijk zijn gebruikt. Daarnaast zeiden de pensioenfondsen dat de verbodsbepalingen niet duidelijk waren omschreven. Ook voerden de fondsen als verweer aan dat DNB hen niet eerst had gewaarschuwd alvorens een boete op te leggen.

ABP betreurt de uitspraak en heeft aangegeven in hoger beroep te gaan.