Economie

„Voorwaarde één: koek moet lekker zijn”

SCHERPENZEEL - Doorzichtige verpakking, wit met rood molentje erop. Erin een knapperige speculaas. Vooral tijdens de laatste maanden van het jaar kunnen maar weinig mensen de verleidingen van De Molen Banket weerstaan.

Gisette van Dalen-Heemskerk
10 April 2007 11:59Gewijzigd op 14 November 2020 04:40
SCHERPENZEEL – Anthony (l.) en Jan Willem (r.) van Snippenberg zwaaien samen met hun broer Maarten de scepter over familiebedrijf De Molen Banket. Het bekendste artikel van de industriële bakkerij is –mede door verkoopacties die verenigingen, kerken en st
SCHERPENZEEL – Anthony (l.) en Jan Willem (r.) van Snippenberg zwaaien samen met hun broer Maarten de scepter over familiebedrijf De Molen Banket. Het bekendste artikel van de industriële bakkerij is –mede door verkoopacties die verenigingen, kerken en st

Blokken boter van 10 kilo, balen suiker en veel bloem verdwijnen samen met andere ingrediënten in enorme mengkommen, geschikt voor 1200 kilo deeg. Even later schuift de geurige massa tussen grote mallen door om vervolgens als speculaaspoppen in een lange tunneloven te verdwijnen. Aan het eind van het bakproces staan medewerkers de koeken geroutineerd in te pakken.In het kantoor voor de grote productiehallen zwaaien de broers Anthony, Jan-Willem en Maarten van Snippenberg de scepter. De Molen Banket is voluit een familiebedrijf. De opa van de drie huidige directeuren begon in 1928 bij de oude molen in Scherpenzeel met het bakken van banket. Na de Tweede Wereldoorlog kwamen een oom en de vader van de drie broers in de zaak. Sinds 1975 ging de groei helemaal hard. De ambachtelijke banketbakkerij veranderde in een industrieel bedrijf. In 2005 namen de drie huidige directeuren de zaak over.

Het bekendste product van De Molen Banket zijn de speculaasbrokken. Ze zijn te koop in de supermarkt, maar ook kerken, stichtingen en verenigingen gebruiken ze voor goededoelenacties. Het assortiment van het Scherpenzeelse bedrijf omvat echter meer. Gevulde koeken, kinderkoekjes -in de winkel heten ze Boefjes-, gevulde speculaas en vruchtenkoeken vinden ook hun weg naar de consument.

De industriële bakkerij behaalt ongeveer 60 tot 70 procent van de omzet in Nederland, vertelt Jan-Willem van Snippenberg. „Supermarkten zijn goed voor grofweg de helft van dat percentage. Het andere deel komt uit de verkoop van de per stuk verpakte koeken in kantines van scholen en bedrijven.”

De Molen Banket heeft veel grote supermarkten als klant: onder meer Albert Heijn, Aldi, Hoogvliet en Plus kopen de producten in. Klanten zoeken daar echter tevergeefs naar het rode molentje op de verpakking. De broers vinden het jammer dat bijna alle speculaas onder zogenaamd private label in de schappen ligt. Volgens Anthony van Snippenberg schept het verwarring bij consumenten die op zoek zijn naar producten van De Molen. „Regelmatig krijgen we de vraag waar onze speculaasbrokken te vinden zijn. We verwijzen klanten dan door naar de dichtstbijzijnde supermarkt waar de koek onder private label ligt.”

Naar het buitenland levert het bedrijf vooral vruchtenkoeken. Jan-Willem van Snippenberg: „Speculaasbrokken kennen ze daar bijna niet, met uitzondering van de heimweelanden. Bijkomend voordeel van de vruchtenkoeken is dat ze lang houdbaar zijn. We exporteren met name naar Frankrijk, België, Engeland, Italië, Spanje, Rusland en de Scandinavische landen.”

Ook de Boefjes zijn populair in het buitenland. Dat succes schrijft Van Snippenberg toe aan de smaak en aan de verpakking. Verder zijn het aantal calorieën dat een product bevat belangrijk. „We staan ieder jaar op de internationale zoetwarenbeurs in Keulen, de ISM. Bezoekers van onze stand kijken regelmatig hoeveel calorieën er in een product zitten. In het buitenland letten ze daar veel sterker op dan hier. Maar ook in Nederland groeit de vraag naar koeken met meer vezels en minder vet. Voorwaarde nummer één voor ons blijft echter dat koeken altijd lekker moeten zijn.”

Een goede prijs-kwaliteitverhouding is erg belangrijk, want de markt staat behoorlijk onder druk, geeft Van Snippenberg aan. „De concurrentie is groot. Daar komt bij dat de prijzen van grondstoffen stijgen. Doorberekenen aan de consument ligt soms lastig. Daarom bekijken we ook voortdurend hoe we door middel van automatisering het productieproces zo voordelig mogelijk kunnen houden.”

De periode voor de paasdagen is relatief rustig wat betreft speculaas. Hoe verder in het jaar, hoe drukker het in de fabriekshallen is. Nog voor de zomervakantie zijn alle contracten voor de wintermaanden getekend en kan de grote klus beginnen. Begin september staat de voorraadhal afgeladen vol met al dan niet gevulde speculaas. Die voorraad is de fabriek kwijt als het herfstseizoen begint. Vanaf dat moment draaien alle machines tot twee uur ’s nachts op volle toeren. Anthony van Snippenberg: „We werken dan in twee ploegen. Behalve de veertig man die we normaal gesproken in dienst hebben, werkt er dan tijdelijk een aantal Poolse medewerkers. En als het nodig is, staan we zelf aan de band.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer