De aanscherping van de regels en een gezamenlijke, eenduidige aanpak moet in elk geval leiden tot het weren van een groep van ongeveer driehonderd notoire veelplegers.

In november volgt nieuw overleg tussen alle partijen. Dan moet duidelijk zijn wat er momenteel precies aan regelgeving is en hoe die moet worden toegepast.

Burgemeesters van de steden met betaald voetbal, de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie, de staatssecretaris van VWS en de voetbalbond (KNVB) kwamen dinsdagavond in Den Haag bijeen om de problematiek rond het voetbalvandalisme te bespreken. Het overleg stond aanvankelijk voor begin juli op de kalender, maar toen was niet iedereen beschikbaar. Gezien de recente voorvallen wilde ook niemand wachten tot begin september.

Echte concrete oplossingen kwamen dinsdag niet op tafel. In de ogen van minister Donner van Justitie is de roep van bepaalde partijen om een strafrechtelijk stadionverbod niet het startpunt van de discussies, maar een eventueel eindpunt. Minister Remkes van Binnenlandse Zaken: „Er bestaan momenteel voldoende instrumenten om voetbalvandalisme aan te pakken. Maar die worden op een manier toegepast die niet altijd even effectief is. Het is een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid, die duidelijker moet worden omschreven.”

Burgemeester Stekelenburg van Tilburg, in het korpsbeheerdersberaad belast met voetbalvandalisme, ziet mogelijkheden in het beter omgaan met civiel rechtelijke stadionverbod. „Dat moeten we strenger toepassen. Op dat gebied hebben we ook mogelijkheden om er beter mee om te gaan.” Daarnaast moet met name de toegangscontrole worden verscherpt. „Er moet inzicht zijn wie er in het stadion aanwezig is.” Stekelenburg deed bij het overleg een beroep op KNVB en clubs om dat beter te regelen.

De winst van dinsdag was in de ogen van iedereen, dat alle partijen samen zullen optrekken tegen het geweld rondom het voetbal. „We hebben afgesproken dat het uitdelen van zwarte pieten naar elkaar voorbij moet zijn”, zei Remkes. „We moeten eenduidiger uitstralen wat de tolerantiegrenzen zijn. Dat beleid moet handen en voeten krijgen. De minister gaat een ’vliegende brigade’ opstellen die na eventuele rellen direct moet onderzoeken waar er fouten zijn gemaakt en door wie. „Als er iets misgaat, moet direct duidelijk waar dat is gebeurd”, aldus Remkes.

Stekelenburg beaamde dat er momenteel voldoende regels zijn om voetbalwedstrijden behoorlijk te organiseren. „Maar de uitgangspunten moeten helder zijn. Voor iedereen. Wat zijn de tolerantiegrenzen? Welke spreekkoren kunnen wel of niet? Hoe ga je om met alcohol in bussen naar uitwedstrijden? Helderheid in de aanpak, dus. Het is tenslotte maar een groep van zo’n driehonderd etterbakken die de sfeer verziekt.”