Minister DoeNiets wekt weerzin
Niet Korthals, maar Jorritsma is de ware Oblomow van het kabinet. Als minister Doe–Niets wekt zij in toenemende mate weerzin bij de Tweede Kamer, zo bleek gisteren tijdens de behandeling van de begroting van Economische Zaken.
Oblomow is de centrale figuur uit de gelijknamige roman van de Russische schrijver Gontsjarov. De vleesgeworden luiheid, die nietsdoen tot het hoogste goed heeft verheven. Het trok daarom veel aandacht dat VVD–minister Korthals van Justitie zo’n twee jaar geleden verklaarde dat hij zich sterk aangesproken voelt door Oblomow.
Als ergens luiheid als politieke deugd wordt gezien, is het wel bij de VVD. In een nieuw verkiezingsprogramma riep die partij de politiek deze week op zich te richten op haar kerntaken en af te zien van het „bedisselen” van allerlei andere zaken voor de burger. Altijd weer grijnzend vertelt VVD–leider Dijkstal aan eenieder die het horen wil, wat hij ooit antwoordde op de vraag wat zijn partij voor bejaarden doet: „Bij voorkeur niets, mevrouw.”
Toch kan Korthals zo lui niet zijn, of hij verliest het van zijn collega Jorritsma van Economische Zaken. In ideologisch geladen zinnen draagt zij telkens weer een dogmatisch geloof in het principe ”markt, markt en nog eens markt” uit. Tijdens een congres over marktwerking zei ze vorige week dat een volgend kabinet nog veel meer aan het vrije spel der economische krachten moet overlaten.
”Marktwerking moet waar het kan”, zo kopte NRC Handelsblad die week boven een interview met Jorritsma. Op dezelfde pagina drukte de krant een interview met –nota bene– Korthals af, die veel terughoudender blijkt. „Privatisering is geen heilige koe”, aldus de man, die zichzelf tot Oblomow verklaarde. „Je kunt je met de huidige inzichten afvragen of de privatisering van KPN nu zo’n groot succes geweest is. En de NS? Ik denk dat je railinfrastructuur, eigenlijk infrastructuur in zijn algemeen, nooit echt helemaal moet privatiseren.”
Gemiste kansen
Het gevoel van Korthals leeft ook –steeds breder– in de Tweede Kamer, waar gisteren de behandeling van de begroting van Economische Zaken begon. Waar veel fracties vroeger uitroeptekens achter het begrip marktwerking plaatsten, staan nu vraagtekens. Hoe zit het precies met de NS, die niet op tijd rijdt? En met de notarissen en de taxi’s, die niet goedkoper, maar duurder zijn geworden?
Het oordeel van de Kamer over drieënhalf jaar Jorritsma op Economische Zaken is opvallend kritisch. Volgens de PvdA blijft beleid achterwege omdat Jorritsma „te veel gelooft in de werking van de markt.” GroenLinks beschouwt haar periode op Economische Zaken als „de jaren van de gemiste kansen” en noemt haar „de minister van Liberalisering, Privatisering en Deregulering.”
De ChristenUnie vraagt zich af of Economische Zaken zich onder Jorritsma nog wel genoeg bezighoudt met het „concrete economische verkeer.” De partij heeft genoeg van alle „luchtfietserij” –brede debatten over het nieuwe consumeren, werken en ondernemen–, terwijl de arbeidsproductiviteit onder druk staat. De SGP bekritiseert Jorritsma’s „bijkans onaantastbare dogma van de marktwerking.” Het CDA heeft moeite met ’s ministers laksheid waar het gaat om de verzwakte internationale concurrentiepositie van Nederland.
Lessen trekken
Zelfs Jorritsma’s eigen partij en de liberale bondgenoten bij D66 zijn kritisch over haar prestaties. Deze partijen willen wel volop doorgaan met het introduceren van marktwerking. Zij vinden echter dat de minister het proces beter moet begeleiden. Met andere woorden: NS, taxi’s en notarissen zijn niet op de goede manier geprivatiseerd en daaruit moet Jorritsma lessen trekken.
Het kabinet past de lessen die het had kunnen leren niet altijd toe, stelt de VVD. De liberale kamerfractie wil het ministerie van Economische Zaken daarom uitrusten met een kenniscentrum, dat de diverse privatiseringsprojecten in de gaten houdt en de lessen optekent voor nieuwe operaties.
Vindt de VVD Jorritsma te lui? Als de Kamer dit jaar een Oblomow–prijs zou uitreiken, ging die in ieder geval met grote steun naar de liberale bewindsvrouw.