Rwanda overweegt aanklacht tegen VN
KIGALI - Volgens de Rwandese krant The New Times overweegt de regering van Rwanda om de VN aan te klagen bij een internationale rechtbank. De VN zouden onvoldoende actie hebben ondernomen tegen de genocide van 1994, toen in een tijd van honderd dagen ongeveer een miljoen mensen zijn vermoord.
Paaszondag 7 april wordt de genocide wereldwijd herdacht. Het herdenkingsmoment heeft niets te maken met Pasen, maar de datum van 7 april is nu eenmaal vastgesteld als herdenkingsdag.Dat betekent ook dat in Rwanda op die dag geen andere bijeenkomsten mogen worden gehouden als die niet in het teken staan van de genocide. Minister Joseph Habineza van Cultuur heeft bijvoorbeeld kerken gevraagd dit jaar op Paaszondag geen doopceremonies te organiseren.
Deze week stelde parlementslid Polycape Gatete in het parlement de vraag waarom Rwanda de VN als vertegenwoordiger van de internationale gemeenschap niet ter verantwoording roept voor het achterwege laten in 1994 van doeltreffende maatregelen om de genocide te stoppen. Minister Habineza antwoordde daarop dat de regering juist op dit moment met haar ambassadeur bij de VN besprekingen voert over hoe en waar het beste een aanklacht ingediend kan worden tegen de VN.
„De VN hebben Rwanda weliswaar hun verontschuldigingen aangeboden, maar het zou goed zijn als we de VN alsnog aanklagen. De VN kunnen rechtsreeks verantwoordelijk gesteld worden voor de dood van duizenden mensen”, betoogde parlementslid Gatete.
In 1994 slachtten leden van de Hutustam in honderd dagen naar schatting een miljoen Tutsi’s en gematigde Hutu’s af, omdat de Hutumeerderheid in Rwanda onderdrukt zou worden door de Tutsiminderheid. De internationale gemeenschap evacueerde in allerijl westerlingen uit het land, maar liet Tutsi´s aan hun lot over. Aanwezige blauwhelmen van de VN mochten weinig tot niets tegen de genocide ondernemen. Na honderd dagen veroverde een rebellenleger van Tutsi’s de macht in Rwanda.
In alle ambassades van Rwanda in het buitenland zijn op dit moment voorbereidingen aan de gang om op 7 april ook in die landen aandacht te vragen voor de herdenking van de genocide.
In Rwanda zelf is op dit moment ophef over de geringe aandacht die slachtoffers van de genocide in eigen land krijgen. Zo zou er volgens parlementslid Juliana Kantengwa meer hulp moeten worden geboden aan kinderen die als gevolg van de genocide wees zijn geworden. In Rwanda zijn 19.400 gezinnen zonder ouders en 14.000 weduwen als gevolg van de genocide. Zij krijgen nauwelijks steun.
Daarnaast is algemeen bekend dat overlevers van de genocide bij terugkomst uit vluchtelingenkampen in het buitenland soms alsnog worden vermoord door buurtbewoners die eigendommen als land willen stelen.