Ministerie vraagt enquêtecommissie om wederhoor
De hoogste ambtenaar R. Pans van het ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft de parlementaire enquêtecommissie Bouwnijverheid in een brief verzocht om tijdens de enquête beschuldigde ambtenaren van zijn departement een kans op wederhoor te geven. Met name directeur Uitvoering van Rijkswaterstaat P. Kieft zou zich moeten kunnen verweren.
Oud-aannemer Swart beschuldigde Kieft donderdag tijdens de eerste dag van de openbare verhoren ervan onder één hoedje te hebben gespeeld met bouwbedrijven in de tijd dat hij de baas was van Rijkswaterstaat in Noord-Holland. Volgens Swart was Noord-Holland een „romantische omgeving” voor aannemers en Rijkswaterstaat „zo lek als een mandje”.
In een interne brief aan alle medewerkers van Verkeer en Waterstaat schrijft secretaris-generaal Pans dinsdag dat Kieft „zich op geen enkele manier herkent in deze beschuldigingen”. Pans schrijft bovendien geen enkele reden te hebben om te twijfelen aan de integriteit van Kieft. „Ik acht het met het oog op waarheidsvinding en het verkrijgen van een compleet beeld van groot beleng dat hoor en wederhoor wordt toegepast”, aldus Pans.
Het is overigens zeer de vraag of het verzoek van Pans wordt ingewilligd. Donderdag hoort de enquêtecommissie een andere ambtenaar van Rijkswaterstaat Noord-Holland, die betrokken is geweest bij contracten met aannemers. Hij zou meer moeten vertellen over eventuele corruptie. Vervolgens moet ook Pans verschijnen en het integriteitsbeleid in zijn organisatie toelichten.
De enquêtecommissie maakt pas donderdag na de verhoren de namen van de mensen bekend die volgende week moeten getuigen. Commissievoorzitter Vos wil hier nooit op vooruit lopen.