Bosnische Serviërs maken gebaar richting Srebrenica
BANJA LUKA (ANP/RTR/AFP) – De regering van Republika Srpska, de Servische entiteit binnen Bosnië, wil Srebrenica gaan helpen bij het economisch herstel van de stad. Het gebaar lijkt bedoeld om een uittocht te voorkomen van moslimoverlevenden die na de massamoord in 1995 zijn teruggekeerd.
Srebrenica wordt uitgeroepen tot een gebied van „speciale sociaal–economische betekenis", zei minister van Zelfbestuur Zoran Lipovac woensdag. De regering investeert 12 miljoen Bosnische marka (6 miljoen euro) in de stad. Het geld moet onder meer worden besteed aan de verbetering van wegen en het elektriciteitsnet. Serviërs en moslims worden gelijkelijk bij het project betrokken.Moslimpolitici hebben geëist dat hun stad een speciale status krijgt binnen Bosnië, waarin de moslim–Kroatische federatie de andere entiteit is. Anders dreigt een massale uittocht. De moslims vinden het onverteerbaar dat zij als slachtoffers van genocide geregeerd worden door hun vroegere beulen.
Het Bosnisch–Servische leger onder leiding van generaal Ratko Mladic veroverde Srebrenica in juli 1995. Na de val van de enclave, die het Nederlandse VN–bataljon Dutchbat niet kon beschermen, werden meer dan 7000 moslimmannen en –jongens gedood. Later dat jaar werd in het vredesakkoord van Dayton afgesproken dat de Bosnische Serven Srebrenica mochten houden.
Het Oost–Bosnische Srebrenica, dat voor de Bosnische oorlog (1992/95) voor 90 procent islamitisch was, is sinds de genocide overwegend Servisch. Na ’Dayton’ kwam de terugkeer van de oorspronkelijke bewoners maar langzaam op gang. Inmiddels wonen weer enkele duizenden moslims in Srebrenica.