Kerk & religie

Christenen als vredestichters in Israël

EDE - De weg naar vrede in Israël is een proces, geen stappenplan. Christenen zélf zijn erbij betrokken. Hun rol is die van vredestichter, stelde drs. Kees Jan Rodenburg zaterdag tijdens een symposium van het Centrum voor Israëlstudies (CIS) in Ede. „Maar vul het niet te gedetailleerd in als westerse christenen. Luister naar de inwoners van het Midden-Oosten zelf.”

Kerkredactie
26 March 2007 10:40Gewijzigd op 14 November 2020 04:38

Het thema van de dag luidde: ”Bidden om de vrede voor Jeruzalem, maar hoe?” Drs. Rodenburg, Israëlconsulent namens het CIS en woonachtig in Jeruzalem, stelde dat de roep om gebed voor vrede onder christenen in Israël eerder een uitzondering dan regel is. „Het is onder hen vervangen door een ander gebed, dat in de meeste gevallen eenzijdig is.”Rodenburg onderscheidde verschillende modellen van bidden voor Jeruzalem. Het overgrote deel van de christenen in Israël bestaat uit Palestijnse christenen. „Dat is voor velen de stem van dé kerk. De roep om recht en gerechtigheid speelt bij hen een prominente rol.”

Daarnaast is er een groep christenen, levend in ongeveer honderd kleine gemeenten, waar vooral gebeden wordt voor de openheid van Joden voor het Evangelie. Verder is er een groep die vanuit het Oude Testament bepaalde teksten wil actualiseren, zoals het spreken over de wachters van Jeruzalem, en die met christenen vereenzelvigd worden.

In al deze benaderingen verdwijnt de vrede echter uit het zicht, stelde Rodenburg. De verschillende groeperingen identificeren zich vooral met profetische stemmen die tegen elkaar worden uitgespeeld. Volgens de Israëlconsulent is een kader waarin goed en kwaad of zwart en wit tegenover elkaar staan niet heilzaam voor het beoefenen van het gebed. Rodenburg: „Er is ook oog nodig voor Palestijnse christenen die kiezen voor geweldloos verzet. Er zijn destructieve krachten aan beide kanten werkzaam.”

Bang voor vrede
Salomon Bouman gaf als Joods journalist en publicist een analyse van de huidige politieke situatie. „Het volk Israël hunkert naar vrede, maar hoe? Ze zijn ook bang om in de vrede te geloven. Want ze kennen geen vrede. De Palestijnse terreur wordt niet alleen een boemerang die zich tegen de Palestijnen keert, maar zij geeft ook voedsel aan de angst voor Israëli’s dat er geen vrede is.”

Boumans verbondenheid met Israël, waar hij vele jaren met zijn gezin woonde, is diep, zei hij, maar niet zozeer verbonden met religieuze opvattingen. „Ik ben Jood, maar niet gelovig. Het zijn niet-religieuze joden die Israël hebben gesticht. De Joodse invloed is pas na 1967 groter geworden. De overwinning op de omringende volken werd toen ervaren als een Godswonder. Grote Messiaanse krachten deden zich toen voor in Israël.”

Na 1977 begon Israël met een „enorme nederzettingenpolitiek”, gepaard met landonteigeningen. „Het volk Israël is daar erg verdeeld over. De stichter van Israël, Ben Goerion, was er voor om de westelijke Jordaanoever en de Golanhoogte op te geven. Tien jaar na 1977 brak de eerste intifada uit. Deze was absoluut niet gepland door Yasser Arafat, maar is een spontane volksopstand geweest.”

De huidige situatie is dat Hamas een meerderheid onder het Palestijnse volk vormt. „De houding van Israël draait nu bij om toch tot een akkoord met de Palestijnen te komen. De meerderheid van Israël vindt dat er wel overleg gepleegd moet worden met Hamas.”

Bouman kan zich niet voorstellen dat de 200.000 inwoners op de westelijke Jordaanoever zomaar terugkeren. „Als er een Palestijnse staat zou komen, zouden de Israëli’s daar kunnen blijven, bijvoorbeeld onder Israëlische autoriteit”, opperde hij als mogelijkheid.

Bouman wees op de druk vanuit Amerika, vooral in de combinatie van Joodse lobby, neoconservatieven en evangelischen, om de bezette gebieden van de westelijke Jordaanoever niet op te geven, zelfs niet voor vrede. Israël is een buitengewoon ingewikkeld land, concludeerde hij. „Een land van tegenstellingen en enorme spanningen en emoties. Er moet wel een hele sterke leider komen om al de krachten te bundelen om met de Palestijnen tot een vergelijk te komen.”

Verbondenheid
Drs. J. Voordewind, woordvoerder Buitenlandse Zaken in de Tweede Kamer voor de ChristenUnie, voelt zich op Bijbelse gronden verbonden met Israël. „We zijn verbonden met een volk in verdrukking dat onze steun verdient. De verbondstrouw is teken van Gods trouw.”

Politieke steun en vriendschap betekent niet dat je geen kritiek hebt, vervolgde hij. „Wie echt vriend is, corrigeert ook. Ook aan Palestijnen moet recht gedaan worden, want ook zij lijden aan geweld. Door de autoriteiten worden zij aan hun lot overgelaten.”

Veilige, erkende grenzen van Israël zijn wezenlijk en onopgeefbaar voor Israël, aldus Voordewind. Erkenning van Israël betekent zijns inziens ook erkenning van de ongedeelde hoofdstad Jeruzalem, met daarin de ambassade gehuisvest. Noodzakelijk is verder dat Israël vanwege de veiligheid in de bezette gebieden blijft. Het terrorisme is er volgens Voordewind niet als gevolg van de bezettingspolitiek. „Het terrorisme was er ook al voor 1967. Zo lang het terrorisme voortduurt, is het onmogelijk om territoriale landsafspraken te maken”, zo zei het Kamerlid.

Christenen in het Westen lopen Palestijnen en Israëli’s vaak voor de voeten, stelde Rodenburg, die nu drie jaar in Israël woont. „Laten we openstaan voor wat in Israël zelf naar voren komt. Natuurlijk hebben we politieke verantwoordelijkheid voor veiligheid en vrede, maar we hoeven niet uit te spreken waar precies de grenzen moeten liggen. Laten we vooral luisteren naar de lokale mensen en met hen bidden.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer