„Herzie Wet personenvervoer”
DEN HAAG/DEN BOSCH (ANP) - De Wet personenvervoer moet op de schop. Daarvoor pleit de provinciale enquêtecommissie die de mislukte aanbestedingen van het busvervoer in Noord-Brabant onderzocht. De commissie presenteerde vrijdag haar eindrapport.
Ook GroenLinks en Rover, de belangenorganisatie van reizigers in het openbaar vervoer, willen een herziening van de marktwerking van het openbaar vervoer na de ontstane situatie in Noord-Brabant. GroenLinks kondigde aan Kamervragen te gaan stellen. Tweede Kamerlid Duyvendak sprak van het „zoveelste signaal.” Volgens hem moet de marktwerking in het openbaar vervoer worden teruggedrongen en moet de overheid meer greep op de sector krijgen.Rover pleit voor een uniform beleid als het gaat om aanbesteding. „Nu probeert iedere regio zelf het wiel uit vinden. In Brabant hebben ze zich alleen maar op de prijs gericht. Het resultaat is bekend”, stelde een woordvoerder.
Allen hebben kritiek op de uitwerking die deze wet uit 2000 in de praktijk heeft gekregen. De wet schrijft voor dat het bedrijf dat het beste vervoer biedt, de concessie krijgt om in een bepaald gebied bussen te laten rijden. Zo moest het openbaar vervoer rendabeler worden en de dienstverlening beter.
Aanleiding voor het onderzoek was de aanbestedingsprocedure van het openbaar vervoer in Noord-Brabant. De provincie koos vorig jaar voor het bod van busbedrijf Connexxion, dat veel lager lag dan dat van de concurrentie. Later trok Connexxion het bod in omdat het een fout had gemaakt in de berekening. De provincie nam daarmee geen genoegen en hield het concern aan het oorspronkelijke bod.
Daarop ontstond een patstelling. De buschauffeurs gingen enkele dagen in staking en voerden andere acties uit onvrede over de ontstane situatie. Uiteindelijk werd een compromis bereikt. Connexxion trok zich formeel terug en BBA/Veolia kreeg het busvervoer in West-Brabant en Arriva in Noordoost-Brabant.
De enquêtecommissie heeft nu vastgesteld dat de aanbestedingsprocedures niet goed zijn verlopen door een samenloop van omstandigheden. Zo verliepen de onderhandelingen tussen de provincie en de openbaarvervoerbedrijven „in een sfeer van wantrouwen.” Ook hebben Gedeputeerde Staten zich volgens de commissie klem gezet door een veel te krappe planning, hoge ambities en een eenzijdige juridische opstelling.
Gedeputeerde Staten onderschrijven de conclusies van de onderzoekscommissie. „Wij delen de analyse en herkennen ons in de opsomming”, zei gedeputeerde Janse de Jonge (Verkeer) in een reactie. Hij is blij dat de commissie heeft vastgesteld dat de provinciebestuurders juridisch „geheel conform de regels hebben gehandeld” op de belangrijkste momenten.
R. van Holten, vicevoorzitter van de raad van bestuur van Connexxion, heeft waardering voor het onderzoeksrapport. „Ik ben heel blij dat nu duidelijk is vastgesteld dat wij de provincie op tijd hebben geïnformeerd over onze rekenfout. Tot nu toe kregen wij wel heel eenzijdig de schuld in de schoenen geschoven.”