De sektarische oorlog is volgens hem een bedreiging geweest „maar die is voorbij dankzij twee factoren: het nationale verzoeningsproces waar we ons altijd op concentreren en de capaciteiten van de veiligheidsstrijdkrachten die erin slagen de aanstichters van dat geweld aan te houden. Het is een groot succes dat we dit geweld en de ontvoeringen beëindigd hebben”. aldus de premier. Maar de terreur van al–Qaeda blijft nog wel een gevaar volgens hem.Zijn uitspraken staan in schril contrast met het pessimisme van de Irakezen en de bloedige en alledaagse aanslagen. Een peiling gaf pas aan dat slechts 18 procent van de ondervraagden vertrouwen heeft in de strijdkrachten die voor veiligheid zouden moeten zorgen. Minder dan 40 procent ziet een verbetering van de toestand in het land. Slechts een kwart van de ondervraagden voelde zich relatief veilig in de eigen wijk. De rest meende in gevaar te verkeren.

Het is dinsdag precies vier jaar geleden dat de Amerikaanse aanval op Irak begon. Maandag vielen minstens 25 doden in Irak bij bloedige aanslagen met vooral autobommen zoals etnisch en religieus gemengde stad Kirkuk.

De onafhankelijke website Iraq Body Count doet pogingen het aantal slachtoffers bij te houden. De website stelt dat bijna 60.000 burgers zijn gedood sinds 20 maart 2003.