Probleem op school door leerlingen met stoornissen
Ruim de helft van de scholen in het voortgezet onderwijs denkt dat zij straks niet goed in staat is leerlingen met allerlei leer- en gedragsstoornissen op te vangen. Zeker 53 procent verwacht problemen, met name doordat het personeel niet voldoende geschoold is en er niet genoeg geld is om deskundigheid in te kopen.
Dat blijkt uit een representatief onderzoek van het adviesbureau KPC Groep in Den Bosch onder 126 van de 700 scholen. De resultaten worden woensdag op een congres gepresenteerd. Vanaf augustus 2002 moeten ook gewone scholen steeds vaker kinderen met ‘onzichtbare’ stoornissen zoals autisme, ADHD en dyslexie aannemen. Zij krijgen daar extra geld voor. Kinderen met zicht- of hoorbeperkingen vallen hier niet onder maar krijgen weer andere financiering.
Als problemen geven de ondervraagden aan dat de overige leerlingen in een klas te weinig aandacht krijgen. Eigenlijk verwachten zij op alle terreinen een negatief effect, aldus L. Huizinga van de KPC Groep.
De scholen denken de minste moeite te krijgen met leerlingen met handicaps zoals dyslexie (woordblindheid) en ADHD, (concentratiestoornissen), omdat die al bekend zijn. Toch zegt tweederde nu al knelpunten te ervaren met de opvang van leerlingen met dyslexie vanwege tijdgebrek bij het personeel. De ondervraagden zien nog veel meer obstakels bij andere stoornissen zoals dyscalculatie (rekenstoornis) en ernstige en onbekende vormen van autisme.
Nu gaan zulke kinderen nog naar speciale scholen, maar in het licht van sociale integratie moeten ze ook op gewone scholen terechtkunnen. Bijna de helft (48 procent) van de zorgcoördinatoren en leerlingbegeleiders op de ondervraagde scholen geeft aan dat zij het belangrijk vinden dat de school deze leerlingen toelaat. Wel vindt 39 procent dan dat de handicap hanteerbaar moet zijn. Driekwart vindt dat scholen inhoudelijke en financiële ondersteuning nodig hebben.