„Nederland moet in Afghanistan blijven”
DEN HAAG (ANP) - De Afghaanse parlementsvoorzitter Yunus Qanuni wil graag dat Nederland voor een langere periode betrokken blijft bij Afghanistan. Dat geldt zowel voor de militaire troepen als voor de civiele hulp en steun.
Dat zei Qanuni woensdag in Den Haag na afloop van zijn ontmoeting met minister Koenders (Ontwikkelingssamenwerking). De militaire aanwezigheid duurt tot augustus 2008, zo heeft het kabinet eerder met de Tweede Kamer afgesproken. Hoe lang de Nederlandse verbondenheid nodig is, gaf Qanuni niet aan.De voorzitter van het parlement in Kabul waardeert de inzet van de troepen in Afghanistan, die moeten bijdragen aan stabiliteit in het jarenlang door geweld geteisterde land. Veiligheid is volgens hem cruciaal om de democratie op te bouwen.
Qanuni noemde de bestrijding van de papaverteelt en de drugshandel een van de grootste uitdagingen voor zijn land. Met Nederland is hij het erover eens dat een goede strategie nodig is. Voorheen was de aanpak van onder (boeren) naar boven (drugsbaronnen), maar dat zal voortaan andersom gaan, zei Qanuni.
Koenders heeft bij Qanuni de omstreden Afghaanse amnestieregeling aan de kaak gesteld. Deze regeling zorgt ervoor dat bijvoorbeeld krijgsheren die ernstige misdaden hebben begaan, niet worden vervolgd. Nederland is niet gelukkig met de nieuwe wet. „Het betekent dat mensen die bloed aan hun handen hebben, vrijuit gaan. Dat is slecht voor de slachtoffers en een slecht signaal voor de toekomst van Afghanistan”, zei Koenders.
Maar volgens Qanuni is het de enige manier om stabiliteit te brengen in zijn land. Bovendien betekent het niet dat alle criminelen en misdadigers niet worden gestraft.
De parlementsvoorzitter sprak ook nog met minister Van Middelkoop (Defensie), Tweede Kamervoorzitter Verbeet en parlementariërs. Over de inhoud van die gesprekken vertelde de Afghaan niet veel.