„Rusland is niet-volwaardige partner van Westen”
DEN HAAG/BERLIJN - Het botert niet tussen de Verenigde Staten en Rusland. Van de idylle die kort na de terreuraanslagen van 11 september 2001 in de VS opbloeide tussen de Amerikaanse president Bush en zijn Russische ambtsgenoot Poetin is weinig over.
Terwijl Moskou nog maar nauwelijks was bekomen van de woede over het Amerikaanse voornemen om in Polen en Tsjechië een raketafweersysteem te stationeren, kondigde Washington eind vorige week aan het raketschild verder te willen uitbreiden naar de Kaukasus. Dit om mogelijke vijandelijke raketten vanuit Noord-Korea of Iran beter te kunnen onderscheppen.Het Kremlin ziet de Amerikaanse plannen echter als een verstoring van het machtsevenwicht tussen de kernmachten Rusland en de VS. Verschillende Russische generaals hebben al gedreigd het schild onschadelijk te zullen maken.
Daarmee lijkt de Koude Oorlog teruggekeerd. Poetin zelf deed vorige maand een duit in het zakje door op een veiligheidsconferentie in München „de wereld van één meester, één soeverein” te hekelen.
„De Verenigde Staten”, aldus de Russische president, „zijn over hun nationale grenzen gestapt, en dat op elk gebied.” Moskou ergert zich in toenemende mate aan de rol die de VS in de wereld spelen, met name in de Kaukasus en Centraal-Azië - gebieden die de Rusland als zijn ’achtertuin’ beschouwt.
De verslechterde verhoudingen tussen beide landen hebben vooral te maken met de politieke ontwikkelingen in Rusland zelf, meent Hannes Adomeit van de ”Stiftung für Wissenschaft und Politik” (SWP) in Berlijn. Het keerpunt in de relatie is volgens de Ruslandkenner de arrestatie in 2003 van Michail Chodorkovski, de topman van olieconcern Joekos.
„Dat werd gezien als het begin van een autoritaire en centralistische politiek in Rusland. De zaak had echter ook een internationale dimensie, omdat Chodorkovski bereid was zaken te doen met de VS.”
Er volgden meer kwesties die Rusland in diskrediet brachten: de gestuurde parlementsverkiezingen van eind 2003, waarbij Poetin flinke druk uitoefende op de media, het aan banden leggen van niet-gouvernementele organisaties, de bemoeienis van het Kremlin met de verkiezingen in buurland Oekraïne ten gunste van de pro-Russische presidentskandidaat Viktor Janoekovitsj en het dichtdraaien van de gaskraan naar verschillende ex-Sovjetrepublieken, waaronder Oekraïne begin 2006.
Afgezien van Centraal-Azië en de Kaukasus speelt internationaal vooral de kwestie-Iran, vervolgt Adomeit. In de diplomatieke strijd om Iran af te houden van de bouw van een kernwapen, verwijt Washington Rusland „een dubbelhartige opstelling.”
Natuurlijk heeft de Amerikaanse inval in Irak ook geen goed gedaan aan de Russisch-Amerikaanse betrekkingen, zegt Adomeit. „Maar die oorlog kun je niet beschouwen als anti-Russische politiek. Als je de interne ontwikkeling in Rusland plaatst tegenover de buitenlandse politiek van de VS, dan is de eerste van doorslaggevend belang.”
Adomeit vindt de Russische kritiek op een Amerikaans raketschild in Europa dan ook misplaatst. „Door de vraag te stellen of dat wel verstandig is, erken je de facto niet alleen dat de zuidelijke Kaukasus behoort tot de invloedssfeer van Rusland en dat de VS er niets hebben te zoeken, maar ook dat het raketschild tegen Rusland is gericht. Dat is onzin. De stelling van het Kremlin dat de vijftien of twintig raketten in Georgië of Polen de Russische rakettenmacht zouden neutraliseren, is een fabel.”
Hoewel hij het standpunt van Adomeit deelt, voelt luitenant-kolonel dr. Marcel de Haas van het instituut voor internationale betrekkingen Clingendael in Den Haag wel enigszins mee met de Russen. „Moskou heeft sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie heel wat voor de kiezen gekregen en ziet de NAVO steeds verder oprukken richting Rusland. Zowel de VS als de NAVO houden onvoldoende rekening met de Russische gevoeligheden. Dat leidt tot verharding en een neerwaartse spiraal”, aldus de Ruslandkundige en veiligheidsexpert.
De hardere opstelling van Rusland past helemaal bij de nieuwe militaire doctrine van Rusland. Die wordt eind deze zomer gepresenteerd, zoals De Haas onlangs uit Defensiekringen op een NAVO-Ruslandconferentie in Sint-Petersburg vernam. „De nieuwe doctrine is een weerspiegeling van de verslechterde verhoudingen tussen Rusland en het Westen. De antiwesterse retoriek blijft gehandhaafd.”
Ondanks al het gekrakeel over en weer wil Adomeit nog niet spreken van een Koude Oorlog. „Als je die definieert als een oorlog met niet-militaire middelen, dan is daarvan geen sprake. Tussen beide landen bestaat geen principiële politieke en militaire vijandschap.”
Bovendien werkt Rusland op een aantal terreinen nog wel degelijk samen met de VS, ook ten aanzien van Iran. Rusland is volgens de SWP-medewerker „een moeilijke, niet-volwaardige partner van het Westen, een land dat claimt een grootmacht te zijn en zich daarom graag het hof laat maken.”