Ruim 3000 militairen voor snelle NAVO–macht
DEN HAAG (ANP) – Nederland levert in de eerste helft van 2008 ruim 3100 militairen aan de snelle reactiemacht van de NAVO (NRF). Het Nederlandse aanbod hiervoor is geaccepteerd. Dat bleek maandag uit een brief die de ministers van Defensie en Buitenlandse Zaken aan de Tweede Kamer hebben gestuurd.
Nederland voert in die periode samen met Duitsland het commando over een van de zes hoofdkwartieren van de snelle reactiemacht en zal daarom gedurende zes maanden meer eenheden leveren dan de gebruikelijke 500 van de afgelopen jaren. Nederland levert een mijnenjager, een bevoorradingsschip, twaalf F16’s, twee Patriot afweerraketten, een geniebataljon, veldartillerie, maar ook staf, een inlichtingenbataljon (ISTAR) en een veldhospitaal. Voor oefeningen zullen de militairen al vanaf medio 2007 beschikbaar moeten zijn.Het NAVO–hoofdkwartier in Rome heeft in 2008 de leiding over de totale NRF, die bestaat uit ongeveer 25.000 militairen. Of, wanneer en waar de militairen in de wereld zullen worden ingezet is nog niet bekend, omdat de NRF is bestemd voor crisissituaties. Zo zijn Nederlanders in het verleden ingezet bij overstromingen in Pakistan, maar zijn ze ook ingezet in Kabul.
De Tweede Kamer heeft het recht om uitzending vooraf tegen te houden. De Kamer is echter bang dat dat niet altijd lukt en wil daarom een intstemmingsplicht. Het kabinet heeft zich hier nog niet over uitgesproken. De ministers Van Middelkoop (Defensie) en Verhagen (Buitenlandse Zaken) schrijven maandag dat ze hun uiterste best doen om de Tweede Kamer desondanks in de gelegenheid te stellen zich vooraf over uitzending uit te spreken. Ze achten het hoogst onwaarschijnlijk dat dit in de praktijk niet lukt.
Vorig jaar bleek dat een werkgroep van CDA, VVD, PvdA, GroenLinks en de LPF het instemmingsrecht van de Kamer wil omzetten in een grondwettelijk vastgelegde instemmingsplicht. Ook omdat Nederland voor de eerste helft van 2009 twee amfibische transportschepen aanbiedt die samen met een Brits mariniersbataljon moeten optreden. Volgens de werkgroep zou een negatief besluit van het Nederlandse parlement over de daadwerkelijke inzet van die schepen de relatie met de Britten onder druk kunnen zetten.