CU Friesland bepleit nieuwe theologische universiteit
LEEUWARDEN - De Friese academiestad Franeker zou de ideale locatie zijn om twee bestaande gereformeerde theologische universiteiten, uit Kampen en Apeldoorn, samen onder één dak te brengen.
Dat stelde de aanvoerder van de Provinciale Statenfractie van de ChristenUnie in Friesland, Adema, vrijdagmiddag tijdens een lijsttrekkersdebat over de verhouding tussen politiek, kerk en levensbeschouwing in de lutherse kerk in Leeuwarden.De provincie Friesland zou op deze manier weer een belangrijke vorm van academisch onderwijs binnen haar grenzen krijgen, en twee „theologische stromingen” zouden elkaar weer vinden „in hun gemeenschappelijke bedding van vier eeuwen geleden.”
Adema haakte aan bij de actuele discussie over een mogelijke vestiging van universitair onderwijs in Friesland. Verschillende politieke partijen hebben de afgelopen tijd gezegd dat er een academische opleiding in Friesland moet komen. „Ze kijken daarbij afgunstig naar de nog jonge Universiteit Maastricht en de Roosevelt Academy in Middelburg”, aldus de ChristenUnie in Friesland vrijdag. Onduidelijk bleef echter op welke studierichting de Friezen hun ambities zouden moeten richten.
Adema wees op het belang van een theologische universiteit. „Predikanten vormen een beroepsgroep die een leidinggevende rol heeft in wat misschien wel de grootste vrijwilligersbeweging van Nederland is: de kerken. En ze helpen christenen om de boodschap van de Bijbel toe te passen in het dagelijks leven van nu. Een maatschappelijk zeer relevante studie dus, die ook nog eens oude wortels heeft in Franeker. Denk aan een oergereformeerde theoloog als Johannes Bogerman, de voorzitter van de historische Synode van Dordrecht en een van de vertalers van de Statenvertaling. Hij was eerst student en later hoogleraar aan de universiteit van Franeker, bijna vier eeuwen geleden.”
De Universiteit van Friesland werd in 1585 door de Staten van Friesland opgericht en werd in 1811 onder het bewind van Napoleon opgeheven.
Nederland telt momenteel nog twee zelfstandige theologische universiteiten: die van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) in Kampen en die van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) in Apeldoorn. Deze beide kerkgenootschappen ontstonden uit de Afscheiding (1834) van de Nederlandse Hervormde Kerk. Adema: „Halverwege de negentiende eeuw waren de afgescheiden gereformeerde kerken het erover eens dat ze een eigen theologische school nodig hadden. Op hun synode van 1849, in Amsterdam, werd nog besloten dat de opleiding in Franeker zou komen. Maar de volgende synode, 1854 in Zwolle, koos uiteindelijk voor Kampen.’’
Nadat eind negentiende eeuw de christelijke gereformeerden zich afzonderden van de andere gereformeerde kerken, stichtten zij in 1919 hun eigen predikantenopleiding in Apeldoorn. Momenteel knopen de vrijgemaakte en christelijke gereformeerde kerken steeds nauwere banden aan. Ook de beide theologische universiteiten werken op sommige onderdelen al samen; enkele hoogleraren geven bijvoorbeeld in Kampen én in Apeldoorn college.
Adema: „Je zou het synodebesluit van 1854 gekscherend een historische vergissing kunnen noemen: ze hadden voor de gezonde zeelucht van Franeker moeten kiezen, een ideaal klimaat voor dominees in spe. Maar wat belangrijker is: de christelijke gereformeerde en de vrijgemaakte kerken hebben beide diepe wortels in de reformatorische theologie zoals die door Bogerman en anderen in Franeker werd ontwikkeld. De kerkgenootschappen lijken hun universiteiten onder één dak te moeten brengen om de status van universiteit te behouden. Dat zal gevolgen hebben voor hun predikantenopleidingen; je kunt dan niet twee theologische universiteiten, elk met een aanzienlijke bibliotheek, op twee plaatsen overeind houden. En bij toenadering vanuit cultuurverschillen is het altijd goed om op een neutrale plaats, een nieuwe locatie, samen verder te gaan. Franeker zou een prachtige, historisch verantwoorde vestigingsplaats zijn voor de predikantsopleiding van de GKV en de CGK: de Bogerman Universiteit.”