Geweldig, geslepen en gewiekst
DEN HAAG - Van Geel, Tichelaar en Slob maakten donderdag tijdens het debat over de regeringsverklaring hun debuut als fractievoorzitter van respectievelijk CDA, PvdA en ChristenUnie. Zijn ze capabel voor hun nieuwe functie?
Voor ChristenUniefractievoorzitter Slob was er sprake van een dubbel debuut. Hij trad niet alleen voor het eerst op als voorman van de zeskoppige fractie; de ChristenUnie is -voor het eerst in de parlementaire geschiedenis- regeringspartij. Dat betekent een dubbele zoektocht.Het optreden van Slob kenmerkte zich door alertheid, vooral op medisch-ethische thema’s. Hij trok fel van leer tegen VVD-voorman Rutte en D66-leider Pechtold. Deze apostelen van het libertaire denken zetten willens en wetens het onjuiste beeld neer dat door de deelname van de ChristenUnie aan het kabinet de abortus- en euthanasiepraktijk fundamenteel gaat veranderen.
Slob haakte daar handig op door te stellen dat ook de andere kabinetten-Balkenende aandacht hadden voor adoptie als alternatief voor abortus en voor palliatieve zorg rond het levenseinde. „En daar stond ook de handtekening van de VVD onder. Volgens mij is het juist liberaal dat mensen kunnen kiezen”, zo wierp hij Rutte tegen.
Slob kruiste ook de degens met Pechtold. De D66’er vreest dat een mogelijke bepaling in de Grondwet die het recht op leven vastlegt, het einde betekent van de abortus- en euthanasiewet. Slob: „De rillingen lopen me over de rug, zo ideologisch geladen als uw woorden zijn.”
Kortom, Slob kan zijn politieke tegenstanders aan. Hij is evenwichtig en degelijk. Volgens SP-fractievoorzitter Marijnissen deed de ChristenUnievoorman het zelfs „geweldig.”
CDA-fractievoorzitter Van Geel moest wennen aan zijn nieuwe rol. Aan politieke ervaring ontbreekt het hem niet. In de vorige kabinetten Balkenende was hij staatssecretaris van Milieu. In antwoord op een vraag vanuit de linkse oppositie suggereerde hij zelf een keer dat hij nog in het kabinet zat. Zenuwachtigheid zou daar volgens CDA’ers de reden van zijn.
De oud-staatssecretaris blijkt een opgewekte debater die enige zelfspot niet schuwt. „Om u de mogelijkheid te bieden mij te kunnen interrumperen bij een regeringsverklaring heb ik vijf jaar geleden mijn maidenspeech al gehouden. U merkt dat ik mij zeer strategisch en geslepen op mijn functie als fractievoorzitter heb voorbereid.”
Dergelijke opmerkingen doen het altijd goed in het Haagse. Met zijn bourgondische Brabantse uitstraling maakt hij een betere indruk op zijn politieke tegenstanders dan zijn soms ietwat verbeten voorganger Verhagen.
De grote verrassing van donderdag was PvdA-fractievoorzitter Tichelaar. Hij voerde het debat alsof hij al jaren de fractie leidt. Hij beheerste de materie optimaal, maar dat kwam uiteraard ook omdat hij als PvdA-onderhandelaar bij het formatieproces was betrokken.
Hij gaf ronduit de verliespunten voor zijn partij toe, bijvoorbeeld het parlementaire onderzoek naar de steun van Nederland bij de inval in Irak. De PvdA wilde dat graag, maar CDA en ChristenUnie hebben daar geen behoefte aan. „Ik heb mijn knopen geteld en dit punt hebben we verloren”, zo zei hij eerlijk tegen Marijnissen.
Voor Tichelaar in zijn huidige functie aantrad, zei hij dat een fractievoorzitter „doortrapt” moet zijn en als „een rat” zijn weg moet gaan. Die eigenschappen heeft hij donderdag gewiekst verborgen weten te houden.