Buitenland

Verdeeld Taiwan herdenkt bloedbad

28 February 2007 14:53Gewijzigd op 14 November 2020 04:33

TAIPEI, 28 febr. (AP) – President Chen Shui-bian van Taiwan heeft woensdag de herdenking van een bloedbad van zestig jaar geleden aangegrepen om de Nationalistische oppositie ervan te beschuldigen nooit verantwoordelijkheid te hebben genomen voor tientallen jaren van mensenrechtenschendingen die op de gebeurtenis zijn gevolgd. Op 28 februari 1947 werd een vrouw die bij het station van de hoofdstad Taipei gesmokkelde sigaretten verkocht, door Nationalistische soldaten geslagen. Er braken grootschalige rellen uit die door uit China aangevoerde Nationalistische troepen zo hardhandig werden onderdrukt dat er duizenden doden vielen. De Gebeurtenis van 28 februari is een kwestie die de 23 miljoen Taiwanezen tot op de dag van vandaag verdeelt. Taiwan werd vervolgens van 1948 tot 1987 onder een staat van beleg bestuurd door ongekozen Nationalistische regeringen, die tienduizenden opponenten zonder vorm van proces vastzetten en velen lieten executeren op basis van verzonnen aanklachten.

‘Als de Nationalisten zich willen bezinnen op de geschiedenis moeten ze zich verontschuldigen voor de staat van beleg’, zei Chen in een redevoering voor merendeels bejaarde aanhangers in het Vredespark in Taipei, die door de televisie werd uitgezonden. ‘Als ze zich niet op de geschiedenis kunnen bezinnen dan zullen ze met al hun verontschuldigingen nooit het vertrouwen van de bevolking winnen.’

Eind dit jaar en begin volgend jaar worden in Taiwan respectievelijk parlements- en presidentsverkiezingen gehouden en de toespraak van Chen had duidelijke campagnedoeleinden. Een woordvoerder van de Nationalisten beschuldigde Chen ervan verdeeldheid in de samenleving uit te buiten.
De aanhangers van Chens Democratische Progressieve partij zijn voornamelijk afstammelingen van Taiwanezen die in de 17de en 18de eeuw uit China naar het toenmalige Formosa kwamen en wier familieleden de slachtoffers waren van het bloedbad van 1947.

De Nationalistische Partij komt voort uit de Chinezen die in 1949 met Chiang Kai-shek naar Taiwan kwamen nadat de communisten van Mao Zedong op het vasteland de overwinning hadden behaald. In 1992, toen de Nationalisten nog aan de macht waren, gaf de regering een rapport uit waarin verantwoordelijkheid voor het bloedbad werd toegegeven.

Maandag zei Chen dat een onlangs uitgekomen boek, gebaseerd op vrijgegeven archieven van de Nationalisten, bewijst dat Chiang Kai-shek persoonlijk leiding gaf aan het bloedbad. Hij kondigde aan de naam van de ’generalissimo’ te zullen schrappen van een groot monument in Taipei dat gewijd is aan diens dertig jaar durende heerschappij. Chen heeft Chiang Kai-sheks naam ook al verwijderd van de luchthaven en honderden beelden van hem verwijderd uit militaire bases. Ook verving Chen, die voorstander is van een onafhankelijk Taiwan, de naam China door Taiwan bij postkantoren en twee grote staatsbedrijven.

De Nationalisten, die Chiang Kai-shek in ere houden en voorstander zijn van uiteindelijke aansluiting bij China, beschuldigen Chen van politiek opportunisme en China, dat Taiwan als een afvallige provincie beschouwt, heeft gedreigd met oorlog als Chen zo doorgaat.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer