Nieuwe wegen in het onderwijs noodzakelijk
Verandering in het onderwijs moet zorgvuldig en verantwoord plaatsvinden. Het is daarom hoog tijd om de kennis die wij in het onderwijs aanleren opnieuw af te wegen, schrijft drs. Albert Strijker in een Open Brief aan de nieuwe minister van Onderwijs, Plasterk (PvdA).
Geachte minister,Minister in een nieuw kabinet met een nieuwe politieke agenda. Een prachtige uitdaging voor u en voor het onderwijsveld waarmee u wilt samenwerken. De maatschappij kijkt kritisch naar het onderwijs. En terecht: het onderwijs is maatschappelijk van enorme betekenis. De vorming en opleiding van jonge mensen is een belangrijke basis van het (toekomstige) samenleven en samenwerken.
In de Nederlandse scholen voor voortgezet onderwijs wordt op een professionele manier gewerkt aan die vorming en opleiding van jonge mensen. Opvallend is dat dit niet alleen professioneel maar ook met hart en ziel gebeurt. Leerkrachten en andere medewerkers besteden veel tijd aan hun werk en zijn enorm betrokken bij hun leerlingen. Dat is een kostbaar gegeven. Leerlingen zoeken houvast, ze moeten dat op school kunnen vinden bij leerkrachten die echt in hen geïnteresseerd zijn.
Mooi maar moeilijk
Professionaliteit en betrokkenheid zijn pijlers waarop het onderwijs ook in deze tijd zijn opdracht kan uitvoeren. De wereld in het algemeen, en de wereld van de opgroeiende jonge mensen in het bijzonder, verandert in een tempo dat in de wereldgeschiedenis niet eerder is voorgekomen. De veelheid van indrukken, invloeden en informatie is gigantisch. Opgroeien in deze tijd is mooi, maar moeilijk. Veel kinderen hebben het er zwaar mee. Gelukkig passen kinderen zich op een natuurlijke manier aan. Ook de kinderen, onze leerlingen, veranderen snel.
De wereld verandert, de leerlingen veranderen, de taak van de scholen blijft hetzelfde: leid leerlingen op en vorm ze tot mensen die kunnen samenleven en samenwerken. Dezelfde taak in sterk veranderende omstandigheden vraagt om nieuwe wegen in het onderwijs. Degenen die denken dat alles goed gaat als het onderwijs maar hetzelfde blijft, vergissen zich.
Verandering in het onderwijs moet zorgvuldig en verantwoord plaatsvinden. Niet van bovenaf bedacht en onvoldoende (wetenschappelijk en experimenteel) getoetst. Op dit moment zoeken heel veel scholen naar nieuwe vormen. Ze doen dat zorgvuldig en ze worden intensief gevolgd door leerlingen, ouders en uw inspectie. Als er iets misgaat op een school, zijn de correctiemechanismen krachtig: de inspectie grijpt in, de school verliest aanmeldingen.
Als dit zorgvuldig zoeken in de publiciteit negatief over één kam wordt geschoren als ”het nieuwe leren”, dan doet dat onrecht aan de veelvormigheid en bedreigt dat het ontstaan van belangrijke kennis over wél effectieve onderwijsvormen. Het verheffen van kennis boven vaardigheden gaat voorbij aan de manier waarop mensen in hun werk en in de samenleving moeten functioneren. Kennis en vaardigheden zijn beide belangrijk.
Een basisregel bij kennisverwerving is dat nieuwe kennis moet aansluiten bij al aanwezige kennis. Een brede ontwikkeling is noodzakelijk om de enorme hoeveelheid informatie die jongeren op hun weg vinden, te kunnen ordenen en filteren. Dat is dringend nodig, om te voorkomen dat jongeren een selectief wereldbeeld krijgen, met alle maatschappelijke gevolgen van dien.
Het is daarom hoog tijd om de kennis die wij in het onderwijs aanleren opnieuw af te wegen. Te veel weerspiegelen het (verplichte) lesrooster en de (verplichte) vakken de samenleving van voor de Tweede Wereldoorlog. Daardoor is er onvoldoende tijd beschikbaar voor wat nu noodzakelijk is: Engels en Nederlands, wiskunde, science, brede en diepe maatschappelijke ontwikkeling, algemene beroepsvoorbereiding en sociale vaardigheden. Scholen moeten veel vrijer zijn in hun keuzes: zij kennen hun leerlingen. Herverdelingen tussen basisschool, voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs moeten mogelijk worden, zodat wat en hoe er geleerd wordt gebaseerd kan worden op de stadia van cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen.
Ordeningsprincipe
Niet alleen de pedagogische, didactische en leerstofinhoudelijke kanten van het onderwijs moeten opnieuw doordacht worden, ook het ordeningsprincipe moet onder de loep genomen worden. Nu moeten alle leerlingen al hun vakken in ongeveer hetzelfde tempo doorwerken. Als een leerling op een bepaald gebied minder getalenteerd is, komt hij of zij in een lagere schoolsoort of blijft minstens zitten en moet alle vakken overdoen, met alle motivatieproblemen van dien.
In de verindividualiserende samenleving werken we in het onderwijs noodzakelijkerwijs overwegend met een collectief systeem: leerlingen volgen in grote groepen dezelfde lessen in dezelfde klassen. Scholen doen enorm hun best om de negatieve effecten van dit systeem zo veel mogelijk te voorkomen en te verzachten, maar kunnen dat door structuureisen en op dit systeem gebaseerde financiering moeilijk doen. Modules in plaats van vaste jaarlagen voor alle vakken zijn gewenst, maar in het huidige organisatorisch kader vrijwel niet uit te voeren.
Andere zaken die van belang zijn: aanmerkelijk kleinere groepen waarin leerlingen verschillende trajecten volgen, strak gevolgd en persoonlijk begeleid; voldoende uitleg van goede docenten; gerichte kennis van verplichte leerstof die geënt is op deze tijd en een breed aanbod van keuze vakken; stevige en objectieve toetsing aan het einde van iedere onderwijssoort. Dat zou de toekomst moeten zijn.
Ik wens u een succesvol ministerschap: er is werk aan de winkel. Wij zijn graag bereid met u samen te werken.
De auteur is voorzitter van het college van bestuur van de Dunamare Onderwijsgroep voor het voortgezet onderwijs in Kennemerland, Haarlemmermeer en Haarlem.