Opnieuw bloedig weekeinde in Irak
BAGDAD (ANP) - Ondanks de operatie die de Amerikaanse en Iraakse militairen tien dagen geleden zijn begonnen om de rust in de Iraakse hoofdstad Bagdad te herstellen, gaat het bloedvergieten er onverminderd door. Afgelopen weekeinde zijn meer dan honderd doden gevallen door twee zware bomaanslagen en ander geweld.
Zondag blies een zelfmoordterrorist zich op voor een universiteitsgebouw in de hoofdstad Bagdad. Bij de aanslag kwamen zeker 40 mensen om het leven en raakten minstens 35 anderen gewond. De dader blies zichzelf op bij de faculteit economie en bestuurskunde toen hij werd tegengehouden door bewakers. De meeste slachtoffers zijn studenten, onder wie veel vrouwen. In januari kwamen bij deze universiteit minstens zeventig mensen om door een aanslag.In de westelijke stad Habaniya werden zaterdag zeker 56 mensen gedood toen een vrachtwagen vol explosieven ontplofte bij een soennitische moskee. Meer dan honderd mensen raakten gewond. De Iraakse premier Nuri al-Maliki zei dat al-Qaida verantwoordelijk is voor de aanslag. Volgens hem probeert het terreurnetwerk het religieus geweld tussen soennieten en sjiieten op te stoken. Naar verluidt zou de imam van de moskee zich kritisch hebben uitgelaten over al-Qaida.
Al-Maliki zei zaterdag nog dat het sektarisch geweld in de hoofdstad afnam als gevolg van de gezamenlijke militaire veiligheidsoperatie van Amerikanen en Irakezen van de afgelopen tien dagen. Hierbij zijn volgens hem 400 militanten gedood. Maliki riep Iraakse soldaten op zich niet te laten beïnvloeden door voorkeuren voor bepaalde partijen.
De radicale sjiitische leider Moqtada al-Sadr riep de Iraakse veiligheidstroepen zondag op niet mee te doen aan de veiligheidsoperatie. Sinds die begon zijn leden van de militie van Al-Sadr, het Mahdileger, verdwenen en zijn hun posities ingenomen door de veiligheidstroepen. Volgens de Amerikanen zitten Al-Sadr en de top van zijn Mahdileger in Iran, maar dat wordt door Teheran ontkend.
Zaterdag vielen drie doden bij een zelfmoordaanslag bij het huis van de sjiitische geestelijk leider en politicus Abdul Aziz Hakim, leider van de Opperste Raad voor de Islamitische Revolutie (Sciri), de grootste sjiitische partij in het kabinet van premier Nuri al-Maliki. Op dat moment demonstreerden in de stad Najaf duizenden mensen tegen de arrestatie van de zoon van Hakim, die vrijdagavond door Amerikaanse militairen enkele uren werd vastgehouden.
President Jalal Talabani uitte zware kritiek op de arrestatie. Hij noemde de behandeling „onbeschaafd en onfatsoenlijk” en eiste van de Amerikaanse legerleiding dat de verantwoordelijken worden bestraft. De Amerikaanse ambassadeur in Irak heeft inmiddels zijn excuses aangeboden.
De Sciri onderhoudt nauwe banden met Iran en zou betrokken zijn bij aanvallen op soennieten. De Verenigde Staten hebben herhaaldelijk gezegd dat Iraakse sjiitische milities wapens krijgen van het eveneens sjiitische Iran. Onlangs vielen Amerikaanse troepen nog een kantoor van de raad binnen en arresteerden ze twee Iraniërs die zich mogelijk bezighielden met het financieren en bewapenen van sjiitische milities.
Zaterdag kwamen door een aanslag op een wegblokkade bij het vliegveld van Bagdad zeker acht Iraakse politieagenten om. Volgens de Iraakse overheid hebben Iraakse militairen met steun van de Amerikaanse luchtmacht ten noorden van Bagdad tientallen opstandelingen gedood.