Nog tijd
Wij zeggen dat wij de waarheid kennen, maar waar is onze liefde tot de waarheid? Hoe lauw gebruiken wij de middelen. Hoe schandelijk wordt het horen van Gods Woord waargenomen. Wie door de week een kerkdienst ziet, zou niet geloven dat er in deze stad zo veel lidmaten gevonden worden.Wie bedroeft zich over deze dingen? Er is zo’n ijverloosheid en een lauwheid omtrent de dingen van God. Het is zo met de godzaligheid: van velen is het maar uitwendig. O, ongelukkige mensen, och of gij heet of koud waart! Het was wenselijk dat u heet was, maar u bent ongelukkiger omdat u koud bent. U bent maar schijnvrienden en gevaarlijke verraders van Jezus Christus. Verschrikkelijk is uw zonde en ijselijk zal uw straf zijn. Niets is te verwachten tegen die lauwheid dan de hitte van het vuur, ja Sodom en Gomorra zal het verdragelijker zijn. U zult moeilijk te bekeren zijn, omdat u zich goed voelt, tenzij dat God u als een vuurbrand uit het vuur rukt.
Evenwel, de Heere heeft ons nog gespaard en niet uitgespogen. Hij laat hier nog Zijn Woord prediken, Zijn waarheid en Zijn Kerk blijven bij ons. Hij geeft ons nog tijd van bekering. Hij gebruikt middelen om ons hiertoe op te wekken en de lauwheid weg te nemen door zachte middelen van kastijding. O, verhard uw harten dan toch niet, maar laat u leiden.
Petrus van der Hagen, predikant te Amsterdam (Boet- en bedepredikatiën, 1676)