KNMI wil weeralarm nuanceren
DE BILT - Weerinstituut KNMI wil dat er een extra vorm van waarschuwing komt voor overlastgevende weersomstandigheden. „Vooral bij sneeuwval of zwaar onweer is er behoefte aan iets tussen de waarschuwing en het weeralarm in”, aldus een woordvoerder vrijdag.
Het weerinstituut heeft het weeralarm van 7 februari voor zware sneeuw geëvalueerd. Vanuit de samenleving kwam kritiek op het besluit een weeralarm te geven, omdat de overlast meeviel. Volgens het KNMI werd het alarm terecht gegeven. „De verwachte intensiteit van de sneeuwval is lokaal bereikt, en gemiddeld over het land zat de neerslag tegen de criteria voor een weeralarm aan”, aldus woordvoerder Harry Geurts.Toch is het weeralarm anders ervaren dan het alarm een week eerder voor de storm. „Storm geeft een heel ander soort problemen dan sneeuw. Daarom zou het goed zijn als we een tussenwaarschuwing kunnen geven.”
Het KNMI denkt echter dat als de sneeuw een uur eerder was gevallen, tijdens de ochtendspits, de overlast veel groter geweest zou zijn. „Een weeralarm zorgt er ook voor dat mensen de weg niet opgaan of extra alert zijn. Dat voorkomt veel problemen. De overlast kan dus ook zijn meegevallen, juist dankzij het weeralarm”, aldus Geurts. „Je zag in België en Duitsland, waar de sneeuw iets eerder viel, dat het wel erg veel problemen veroorzaakte.”
Het KNMI gaat onderzoeken of het mogelijk is een meer getrapt waarschuwingssysteem in te voeren. In dat onderzoek wordt ook meteen bekeken of het haalbaar is om de maatschappelijke gevolgen van het weer beter in te schatten bij een weeralarm. Wanneer de resultaten van dit onderzoek bekend zijn, is nog onduidelijk.
Een keur aan organisaties liet gisteren weten het weeralarm van 7 februari ondanks alles toch te hebben gewaardeerd. „Wij staan daardoor 24 uur voor het zware weer begint op scherp. Dit keer zorgde dat ervoor dat we ruim op tijd konden beginnen met strooien om problemen te voorkomen”, aldus een woordvoerder van Rijkswaterstaat.
Het Verbond van Verzekeraars was ook blij met de waarschuwing van het KNMI. „Er waren nagenoeg geen auto’s op de weg, dus was er ook weinig schade. Als een weeralarm leidt tot voorzichtigheid is het voor ons al reden genoeg om het te geven”, stelt een woordvoerder.
De sneeuwval leidde tot wat extra aanrijdingen en een enkele glijpartij. „We hadden nauwelijks schade in vergelijking met de storm er vlak voor”, aldus de zegsman. Het is wel zaak dat het KNMI niet te vaak waarschuwt, stelt het verbond. „Dan negeren mensen de situatie en ontstaan er juist ongelukken. En die zorgen weer voor veel schade.”
Volgens de belangenorganisaties voor het wegtransport EVO en TLN is het te gemakkelijk om te zeggen dat het weeralarm te snel is gegeven. „We hebben in het verleden gezien dat er flink wat file ontstaat als het sneeuwt en mensen daar geen rekening mee houden. Het is een heel ander type overlast dan bij storm. Dan waaien bijvoorbeeld lege vrachtwagens van de weg. Toch vinden we het handig om de waarschuwing te geven. Wij waren erg blij met het weeralarm.”
Het team van experts van het KNMI geeft een weeralarm als het verwachte weer aan bepaalde criteria voldoet. Voor sneeuw is dat als er in een groot deel van het land overdag in zes uur tijd 5 tot 10 centimeter sneeuw valt (waarvan 3 centimeter binnen een uur). Het weeralarm op 7 februari was het derde van dit jaar. Sinds het ontstaan van het weeralarm in 2000 was dit het 26e.